Bewegende beelden opnemen

U kunt bewegende beelden opnemen door op de MOVIE (bewegend-beeld)-knop te drukken.

  1. Druk op de MOVIE-knop om het opnemen te starten.

    • Aangezien [Knop MOVIE] is ingesteld op [Altijd] in de standaardinstelling, kan het opnemen van bewegende beelden worden gestart vanuit elke opnamefunctie.

  2. Druk nogmaals op de MOVIE-knop om het opnemen te stoppen.

Hint

  • U kunt de functie opnemen van bewegende beelden starten/stoppen toewijzen aan een gewenste knop. MENU (Camera- instellingen2)[Eigen toets(opname)] → wijs de functie toe aan de gewenste knop.
  • Als u het gebied waarop moet worden scherpgesteld wilt opgeven, stelt u het gebied in met behulp van [Scherpstelgebied].
  • Om scherpgesteld te blijven op een gezicht, stelt u het beeld zodanig samen dat het kader rond het scherpstelgebied samenvalt met het gezichtsherkenningskader, of stelt u [Scherpstelgebied] in op [Breed].
  • Om de sluitertijd en de diafragmawaarde te veranderen naar de gewenste instellingen, zet u de opnamefunctie in de stand (Film/vertr.+versneld).
  • De volgende instellingen voor het opnemen van stilstaande beelden worden toegepast op het opnemen van bewegende beelden:
    • ISO
    • Witbalans
    • Creatieve stijl
    • Belicht.comp.
    • Lichtmeetfunctie
    • Gezichtsherkenning
    • D.-bereikopt.
    • Lenscompensatie
    • Foto-effect
  • U kunt de instellingen voor ISO-gevoeligheid, belichtingscompensatie en scherpstelgebied veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
  • Tijdens het opnemen van bewegende beelden kan het opgenomen beeld worden uitgevoerd zonder de opname-informatie erin door [HDMI-inform.weerg.] in te stellen op [Uit].

Opmerking

  • Het bedieningsgeluid van de lens en het apparaat kunnen worden opgenomen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
    U kunt het geluid uitschakelen door MENU → (Camera- instellingen2) → [Geluid opnemen][Uit] te selecteren.
  • Tijdens het opnemen kan het geluid van de schouderriemhaken (driehoekige haak) worden opgenomen, afhankelijk van de gebruikssituatie.
  • De temperatuur van de camera zal oplopen wanneer u ononderbroken bewegende beelden opneemt, en de camera kan heet aanvoelen. Dit is geen storing. Bovendien kan [Camera te warm. Laat camera afkoelen.] worden afgebeeld. In dergelijke gevallen schakelt u de camera uit en wacht u tot de camera weer klaar is voor gebruik.
  • Als het pictogram wordt afgebeeld, is de temperatuur van de camera te hoog. Schakel de camera uit en wacht tot de camera weer klaar is voor gebruik.
  • Voor de ononderbroken opnameduur van bewegende beelden, raadpleegt u "Opnameduur van bewegende beelden". Nadat het opnemen van bewegende beelden klaar is, kunt u het opnemen hervatten door nogmaals op de MOVIE-knop te drukken. Het opnemen kan stoppen om het apparaat te beschermen, afhankelijk van de temperatuur van het apparaat of de accu.
  • De automatische scherpstellingsfunctie kan alleen worden gebruikt wanneer de opnamefunctie is ingesteld op [Autom. programma]. In dat geval ligt de diafragmawaarde vast op F3.5 (als het minimale F-getal van de lens F3.5 of hoger is, wordt de diafragmawaarde ingesteld op het minimale F-getal).
  • Wanneer de functiekeuzeknop in de stand (Film/vertr.+versneld) staat en tijdens het opnemen van bewegende beelden, kunt u [AF-vergrendeling] niet selecteren voor [Scherpstelgebied].
  • Wanneer de opnamefunctie (Film/vertr.+versneld) is, wordt [AF-systeem] ingesteld op [Enkel toeg. fase AF]. Het aantal scherpstellingspunten is beperkt tot 61.
  • Bij het opnemen van bewegende beelden in de functie [Autom. programma] worden de diafragmawaarde en de sluitertijd automatisch ingesteld en kunnen niet worden veranderd. Om die reden kan in een heldere omgeving de sluitertijd kort worden en worden de bewegingen van het onderwerp mogelijk niet vloeiend opgenomen. Door de belichtingsfunctie te veranderen en de diafragmawaarde en sluitertijd aan te passen, kunnen de bewegingen van het onderwerp vloeiend worden opgenomen.
  • In de bewegend-beeldopnamefunctie kunnen de volgende instellingen niet worden gemaakt in [Foto-effect]. Wanneer het opnemen van bewegende beelden start, wordt [Uit] tijdelijk ingesteld.
    • Mono. m. rijke tonen
  • Als u de camera op een extreem heldere lichtbron richt tijdens het opnemen van bewegende beelden met een lage ISO-gevoeligheid, kan het gemarkeerde gebied in het beeld zwart worden opgenomen.
  • Als de weergavefunctie van de monitor is ingesteld op [Voor zoeker], wordt de weergavefunctie omgeschakeld naar [Alle info weerg.] wanneer het opnemen van bewegende beelden begint.
  • Gebruik PlayMemories Home voor het importeren van bewegende beelden in het XAVC S-formaat, AVCHD-formaat en MP4-formaat in een computer.