Gezichtsherkenning

Herkent de gezichten van uw onderwerpen en past de instellingen voor de scherpstelling, belichting en flitser aan, en voert automatisch beeldbewerking uit.

  1. MENU (Camera- instellingen1) → [Gezichtsherkenning] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Uit:
Gebruikt de functie [Gezichtsherkenning] niet.
Aan (ger. gezicht.):
Herkent een geregistreerd gezicht met een hogere prioriteit met [Gezichtsregistratie].
Aan:
Herkent een gezicht zonder een hogere prioriteit te geven aan het geregistreerde gezicht.

Gezichtsherkenningskader

  • Wanneer het apparaat een gezicht herkent, wordt het grijze gezichtsherkenningskader afgebeeld. Wanneer het apparaat vaststelt dat automatische scherpstelling ingeschakeld is, wordt het gezichtsherkenningskader wit. Wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt, wordt het kader groen.
  • In het geval u de volgorde van de prioriteit voor elk gezicht hebt geregistreerd met [Gezichtsregistratie], selecteert het apparaat automatisch het gezicht met de hoogste prioriteit en wordt het gezichtsherkenningskader rond dat gezicht wit. De gezichtsherkenningskaders van andere geregistreerde gezichten worden roodpaars.

Opmerking

  • U kunt de gezichtsherkenningsfunctie niet gebruiken met de volgende functies:
    • Andere zoomfuncties dan de optische-zoomfunctie
    • [Panorama d. beweg.]
    • [Foto-effect] is ingesteld op [Posterisatie].
    • Bij gebruik van de functie [Scherpst. vergroten].
    • [Opname-instell.] is ingesteld op [120p]/[100p].
  • Maximaal 8 gezichten van uw onderwerpen kunnen worden herkend.
  • Het apparaat herkent mogelijk helemaal geen gezichten of kan per ongeluk andere voorwerpen herkennen als gezichten onder bepaalde omstandigheden.