Instelling herstellen
Stelt het apparaat terug op de standaardinstellingen. Zelfs als u [Instelling herstellen] uitvoert, blijven de opgenomen beelden behouden.
-
MENU → (Instellingen) → [Inst trgstell/opsl] → [Instelling herstellen] → gewenste instelling.
Menu-onderdelen
- Camera-instell. terugstell.:
- Stelt de belangrijkste opname-instellingen terug op de standaardinstellingen. De instelwaarden voor het opnemen van stilstaande beelden en het opnemen van bewegende beelden worden geïnitialiseerd.
- Initialiseren:
- Stelt alle instellingen terug op de standaardinstellingen.
Opmerking
- Zorg ervoor dat u de accu niet uitwerpt tijdens het terugstellen.
- De instellingen voor [Beeldprofiel] worden niet teruggesteld, zelfs niet wanneer [Camera-instell. terugstell.] of [Initialiseren] wordt uitgevoerd, behalve de instellingen voor PPLUT 1 - 4.
- Het vinkje voor [Beeldprofiel] in [Verschil. inst. st.b./f.] wordt niet teruggesteld wanneer u [Camera-instell. terugstell.] of [Initialiseren] uitvoert.