Sluitermodus

bewegende beelden, vertraagd/versneld

Tijdens het opnemen van bewegende beelden kunt u kiezen tussen de sluitertijd en de sluiterhoek als de methode voor het afbeelden van de belichtingstijd.

Deze functie kan worden gebruikt als de versie van de systeemsoftware (firmware) van de camera 6.00 of hoger is.

  1. MENU (Belichting/kleur) → [Belichting][Sluitermodus] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Tijd:
De belichtingstijd wordt afgebeeld als een sluitertijd.
Hoek:
De belichtingstijd wordt afgebeeld als een sluiterhoek.

[Hoek] is actief in de volgende belichtingsfuncties:

  • / (Sluitertijdvoork.)
  • / (Handm. belicht.)
  • Wanneer [Belichtingsrgl.typ.] is ingesteld op [Fl. Belichtingsm.] en de sluitertijd is ingesteld op [Handmatig]

Hint

  • Wanneer [Sluitermodus] is ingesteld op [Hoek], wordt de sluiterhoek afgebeeld in de voettekstinstellingen, het hoofdmenu, de geheugenregistratie, enz.
  • U kunt de sluiterhoek selecteren uit de volgende bereiken.
    • Normale bewegende beelden: 5,6° tot 64F*
    • Vertraagde/versnelde bewegende beelden: 5,6° t/m 360°

    * Als [Opn.beeldsnelh.] is ingesteld op [119.88p]/[100p], is het bereik 5,6° tot 360°.

  • De sluiterhoek wordt niet beïnvloed door de instelling van [Belichtingsstap] en de waarde blijft constant.

Opmerking

  • De instellingen voor [Tijd] en [Hoek] zijn afzonderlijk opgeslagen in de camera, zodat de sluitertijd en sluiterhoek niet hetzelfde zullen zijn voor en na het omschakelen tussen [Tijd] en [Hoek]. Na het omschakelen tussen de sluitertijd en de sluiterhoek, stelt u de instellingen zo nodig terug om een juiste belichting te krijgen.