Voorzorgsmaatregelen

Raadpleeg ook "Opmerkingen over het gebruik" in de Beknopte gids (bijgeleverd) van dit apparaat.

Informatie over de gegevens die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven

  • De gegevens over de prestaties en specificaties in deze gebruiksaanwijzing zijn gebaseerd op een omgevingstemperatuur van 25 ºC, behalve indien anderszins aangegeven.
  • De gegevens van de accu zijn gebaseerd op een accu die volledig werd opgeladen totdat het oplaadlampje is uitging.

Bedrijfstemperatuur

  • Opnemen in extreem koude of warme omgevingen waarin de temperatuur buiten het bedrijfstemperatuurbereik ligt, wordt niet aanbevolen.
  • Bij een hoge omgevingstemperatuur loopt de temperatuur van de camera snel op.
  • Wanneer de temperatuur van de camera oploopt, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan. Wij adviseren u te wachten tot de temperatuur van de camera is gedaald voordat u verder gaat met opnemen.
  • Afhankelijk van de camera- en accutemperatuur, kan het onmogelijk zijn voor de camera om bewegende beelden op te nemen, of kan de voeding automatisch worden uitgeschakeld om de camera te beschermen. Een mededeling wordt op het scherm afgebeeld voordat de camera uitgeschakeld wordt of u geen bewegende beelden meer kunt opnemen. In dit geval laat u de camera uit staan en wacht u tot de temperatuur van de camera en accu lager is geworden. Als u de camera inschakelt voordat de camera en de accu voldoende zijn afgekoeld, kan de voeding weer worden uitgeschakeld of kan het nog steeds onmogelijk zijn bewegende beelden op te nemen.

Opmerkingen over opnemen gedurende een lange tijd of opnemen van bewegende beelden in het 4K-formaat

Met name tijdens het opnemen van beelden in het 4K-formaat, kan de opnameduur korter zijn bij een lage temperatuur. Warm de accu op of vervang hem door een nieuwe accu.

Opmerkingen over het weergeven van bewegende beelden op andere apparaten

Bewegende beelden in het XAVC HS- en XAVC S-formaat kunnen alleen worden weergegeven op compatibele apparaten.

Opmerkingen over opnemen/weergeven

  • Voordat u begint met opnemen maakt u eerst een proefopname om te controleren of de camera correct werkt.
  • Wij kunnen niet garanderen dat beelden die met dit apparaat zijn opgenomen, kunnen worden weergegeven op andere apparatuur, of dat beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen of bewerkt, kunnen worden weergegeven op dit apparaat.
  • Sony kan geen garanties geven in het geval de camera niet kan opnemen, of in geval van verlies of beschadiging van opgenomen beelden of audiogegevens als gevolg van een storing in de camera, het opnamemedium, enz. Wij raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken.
  • Nadat de geheugenkaart is geformatteerd zijn alle gegevens op de geheugenkaart gewist en kunnen niet worden hersteld. Alvorens te formatteren, kopieert u de gegevens naar een computer of ander apparaat.

Reservekopie maken van geheugenkaarten

Gegevens kunnen beschadigd raken in de volgende gevallen. Zorg ervoor dat u een reservekopie van de gegevens maakt.

  • Wanneer de geheugenkaart uit het apparaat wordt verwijderd, de USB-kabel wordt losgekoppeld of het apparaat wordt uitgezet tijdens het lezen of wegschrijven van gegevens.
  • Wanneer de geheugenkaart wordt gebruikt op plaatsen waar veel statische elektriciteit of elektrische ruis is.

Databasebestandsfout

  • Als u een geheugenkaart in het apparaat plaatst waarop geen beelddatabasebestand staat en vervolgens het apparaat inschakelt, maakt het apparaat automatisch een beelddatabasebestand aan en gebruikt daarbij een deel van de capaciteit van de geheugenkaart. Het proces kan lang duren en u kunt het apparaat niet bedienen totdat het proces voltooid is.
  • Als een databasebestandsfout optreedt, exporteert u alle beelden naar uw computer en formatteert u daarna de geheugenkaart met behulp van dit apparaat.

Bewaar/gebruik het apparaat niet op de volgende plaatsen

  • Op een buitengewone hete, koude of vochtige plaats
    Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde auto, kan de camerabody door de hitte vervormen, waardoor een storing kan optreden.
  • Bewaren onder rechtstreeks zonlicht of nabij een verwarmingsbron
    De camerabody kan verkleuren of vervormen, waardoor een storing kan optreden.
  • Op plaatsen onderhevig aan trillingen
    Hierdoor kan een storingen optreden en het onmogelijk worden om gegevens op te nemen. Bovendien kan het opnamemedium onbruikbaar worden en kunnen de opgenomen gegevens beschadigd raken.
  • In de buurt van een sterk magnetisch veld
  • Op zanderige of stoffige plaatsen
    Wees voorzichtig dat er geen zand of stof in het apparaat komt. Hierdoor kan in het apparaat een storing optreden, en in sommige gevallen kan deze storing niet worden gerepareerd.
  • Op plaatsen met een hoge luchtvochtigheid
    Hierdoor kan de lens beschimmelen.
  • Op plaatsen waar sterke radiogolven of straling wordt uitgezonden
    Opnemen en weergeven werken mogelijk niet goed.

Condensvorming

  • Als het apparaat rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, kan vocht condenseren binnenin of op de buitenkant van het apparaat. Deze vochtcondensatie kan een storing in het apparaat veroorzaken.
  • Om condensvorming te voorkomen wanneer u het apparaat rechtstreeks van een koude naar een warme plaats overbrengt, plaatst u het eerst in een plastic zak die u goed afsluit om te voorkomen dat er lucht in kan komen. Wacht ongeveer een uur totdat de temperatuur van het apparaat gelijk is aan de omgevingstemperatuur.
  • Als vocht condenseert, schakelt u het apparaat uit en wacht u ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn.

Voorzorgsmaatregelen bij het dragen

  • De volgende onderdelen van de camera (indien deze daarmee is uitgerust) mag u niet vastpakken, stoten of een buitensporige kracht op uitoefenen:
    • De lens
    • De beweegbare monitor
    • De beweegbare flitser
    • De beweegbare zoeker
  • Draag de camera niet terwijl deze op een statief is bevestigd. Hierdoor kan het schroefgat voor het statief uitbreken.
  • Als de camera in de achterzak van uw broek of rok zit, mag u niet in een stoel of op een andere plaats gaan zitten omdat de camera hierdoor beschadigd kan worden of defect kan raken.

Opmerkingen over het hanteren van het apparaat

  • Voordat u de kabel aansluit op de aansluiting, moet u de richting van de aansluiting controleren. Steek daarna de kabel recht erin. U mag de kabel niet met kracht erin steken of verwijderen. Hierdoor kan de aansluiting defect raken.
  • De camera maakt gebruik van magnetische onderdelen, waaronder magneten. Houd voorwerpen die door magnetisme worden beïnvloed, waaronder creditcards en floppy disks, niet dicht bij de camera.
  • Het opgenomen beeld kan verschillen van het beeld dat u bekeek vóór de opname.

De camera opbergen

  • Voor camera's met een geïntegreerde lens
    Bevestig altijd de lensdop wanneer u de camera niet gebruikt. (Alleen voor modellen geleverd met een lensdop.)
  • Voor camera's met een verwisselbare lens
    Bevestig altijd de lensdop op de voorkant van de lens of de lensvattingdop wanneer u de camera niet gebruikt. Om te voorkomen dat stof en vuil in de camera terechtkomt, verwijdert u het stof vanaf de lensvattingdop voordat u deze op de camera bevestigt.
  • Als de camera na gebruik vuil is, reinigt u hem. Water, zand, stof, zout, enz. dat achterblijft in de camera kan een storing veroorzaken.

Opmerkingen over het gebruik van lenzen

  • Als een elektrisch bediende zoomlens is bevestigd, let u erop dat uw vingers of enig ander voorwerp niet bekneld raakt in de lens. (Alleen voor modellen met een elektrisch bediende zoomfunctie of camera's met een verwisselbare lens.)
  • Als u de camera onder een lichtbron, zoals zonlicht, gebruikt, bevestigt u de lensdop op de camera. (Alleen voor modellen met een lensdop of camera's met een verwisselbare lens.)
  • Als zonlicht of een sterke lichtbron door de lens in de camera valt, kan dit zich in de camera concentreren en rook of brand veroorzaken. Bevestig de lensdop op de lens wanneer u de camera opbergt. Als u opneemt met tegenlicht, houdt u de zon voldoende ver buiten de kijkhoek. Merk op dat rook of brand kan optreden, zelfs als de lichtbron zich iets buiten de kijkhoek bevindt.
  • Stel de lens niet rechtstreeks bloot aan lichtstralen, zoals laserstralen. Hierdoor kan de beeldsensor worden beschadigd en kan een storing optreden in de camera.
  • Als het onderwerp te dichtbij is, kunnen stof of vingerafdrukken op de lens zichtbaar zijn op het beeld. Veeg de lens schoon met een zachte doek of iets dergelijks.

Opmerkingen over de flitser (alleen voor modellen met een flitser)

  • Houd uw vingers uit de buurt van de flitser. Het licht-uitstralende deel kan warm worden.
  • Verwijder eventueel vuil vanaf het oppervlak van de flitser. Vuil op het oppervlak van de flitser kan rook veroorzaken of verbranden als gevolg van de warmte die wordt gegenereerd door het uitstralen van licht. Als er vuil/stof op zit, veegt u dit eraf met een zachte doek.
  • Zet de flitser na gebruik terug in zijn oorspronkelijke stand. Zorg ervoor dat de flitser niet omhoog staat. (Alleen voor modellen met een beweegbare flitser.)

Opmerkingen over de multi-interfaceschoen (alleen voor modellen met een multi-interfaceschoen)

  • Wanneer u accessoires, zoals een externe flitser, aanbrengt op of verwijdert vanaf de multi-interfaceschoen, schakelt u eerst de camera uit. Wanneer u een accessoire bevestigt, controleert u of deze stevig op de camera is bevestigd.
  • Gebruik de multi-interfaceschoen niet met een in de winkel verkrijgbare flitser die een spanning nodig heeft van 250 V of hoger, of een tegenovergestelde polariteit heeft in vergelijking met de camera. Hierdoor kan een storing worden veroorzaakt.

Opmerkingen over de zoeker en flitser (alleen voor modellen met een zoeker of een flitser)

  • Let erop dat uw vinger niet in de weg zit wanneer u de zoeker of de flitser omlaag duwt. (Alleen voor modellen met een beweegbare zoeker of een beweegbare flitser)
  • Als water, stof of zand op de zoeker of flitser zit, kan dit een storing veroorzaken. (Alleen voor modellen met een beweegbare zoeker of een beweegbare flitser)

Opmerkingen over de zoeker (alleen voor modellen met een zoeker)

  • Tijdens het opnemen met de zoeker, kunt u last krijgen van symptomen zoals vermoeidheid van het oog, lichamelijke vermoeidheid, reisziekte of misselijkheid. Wij adviseren u regelmatig een pauze te nemen wanneer u met de zoeker opneemt.
    In geval u zich oncomfortabel voelt, stopt u met het gebruik van de zoeker tot u zich beter voelt en neemt u indien nodig contact op met uw huisarts.
  • Duw de zoeker niet met kracht omlaag terwijl het oculair is uitgetrokken. Hierdoor kan een storing worden veroorzaakt. (Alleen voor modellen met een beweegbare zoeker en een oculair dat kan worden uitgetrokken)
  • Als u de camera pant terwijl u in de zoeker kijkt of uw ogen beweegt, kan het beeld in de zoeker worden vervormd of kunnen de kleuren van het beeld veranderen. Dit is een eigenschap van de lens of het scherm en is geen storing. Wanneer u een beeld opneemt, adviseren wij u naar het midden van de zoeker te kijken.
  • Het beeld kan licht vervormd zijn in de hoeken van de zoeker. Dit is geen storing. Wanneer u de volledige compositie met alle details wilt zien, kunt u ook de monitor gebruiken.
  • Als u de camera op een koude plaats gebruikt, kan het beeld een naijlend effect vertonen. Dit is geen storing.
  • Stel de zoeker niet rechtstreeks bloot aan lichtstralen, zoals laserstralen. Hierdoor kan de binnenkant van de zoeker worden beschadigd en kan een storing optreden in de camera.

Opmerkingen over de monitor

  • Oefen geen druk uit op de monitor. De kleuren op de monitor kunnen veranderen waardoor zich een storing kan voordoen.
  • Als op de monitor druppels water of een andere vloeistof zitten, veegt u deze eraf met een zachte doek. Als de monitor nat blijft, kan het oppervlak van de monitor veranderen of verslechteren. Dit kan een storing veroorzaken.
  • Als u de camera op een koude plaats gebruikt, kan het beeld een naijlend effect vertonen. Dit is geen storing.
  • Wanneer u de kabels aansluit op de aansluitingen van de camera, kan het draaibereik van de monitor worden beperkt.

Opmerkingen over de beeldsensor

Als u de camera op een extreem heldere lichtbron richt tijdens het opnemen van beelden met een lage ISO-gevoeligheid, kunnen gemarkeerde gebieden in de beelden worden opgenomen als zwarte gebieden.

Opmerkingen over de koelventilator

  • Dek de ventilatieopening niet af.
  • De ventilatieopening kan warm worden.
  • Gebruik de camera niet op plaatsen waar zich stof of zandkorrels in de lucht bevinden.
  • Als de koelventilator een abnormaal geluid maakt, stopt u met het gebruik van de camera en neemt u contact op met een servicecentrum.

Compatibiliteit van beeldgegevens

Het apparaat voldoet aan de universele normen van DCF (Design rule for Camera File system) vastgesteld door JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association).

Diensten en software geleverd door andere bedrijven

Netwerkdiensten, content en [het besturingssysteem en] de software van dit apparaat zijn mogelijk onderhevig aan individuele voorwaarden en bepalingen, en kunnen op elk moment gewijzigd, onderbroken of stopgezet worden, waarbij betaling, registratie en creditcardinformatie vereist kunnen zijn.

Opmerkingen over verbinding maken met het internet

Om de camera aan te sluiten op een netwerk, sluit u deze aan via een router of een LAN-poort met dezelfde functie. Als u niet op deze manier de verbinding maakt, kan dit leiden tot beveiligingsproblemen.

Opmerkingen over veiligheid

  • SONY ZAL NIET AANSPRAKELIJK KUNNEN WORDEN GEHOUDEN VOOR ENIGERLEI SCHADE ALS GEVOLG VAN HET NALATEN OM PASSENDE VEILIGHEIDSMAATREGELEN TE IMPLEMENTEREN OP ZENDAPPARATUUR, ONVERMIJDBARE DATALEKKEN VEROORZAAKT DOOR ZEND-SPECIFICATIES, OF ANDERE VEILIGHEIDSPROBLEMEN.
  • Afhankelijk van de gebruiksomgeving, kunnen onbevoegde derden op het netwerk zich toegang verschaffen tot het product. Als de camera wordt verbonden met een netwerk, dient u zich ervan te verzekeren dat het netwerk adequaat is beveiligd.
  • De inhoud van de communicatie kan zonder dat u het weet worden onderschept door onbevoegde derden in de buurt van de signalen. Bij gebruik van draadloos-LAN-communicatie dient u passende veiligheidsmaatregelen te implementeren om de inhoud van de communicatie te beschermen.

Opmerkingen over de FTP-functie

Aangezien de inhoud, gebruikersnamen en wachtwoorden niet worden versleuteld tijdens gebruik van normale FTP, gebruikt u FTPS als dit beschikbaar is.

Optionele accessoires

  • Wij adviseren u uitsluitend originele Sony-accessoires te gebruiken.
  • Sommige Sony-accessoires zijn alleen verkrijgbaar in bepaalde landen en regio's.