WPS-Push
Als uw accesspoint een Wi-Fi Protected Setup (WPS)-knop heeft, kunt u het accesspoint eenvoudig in dit apparaat registreren.
Voor informatie over de beschikbare functies en instellingen van uw accesspoint, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van het accesspoint, of neemt u contact op met de beheerder van het accesspoint.
Stel van tevoren [Wi-Fi verbinden] in op [Aan].
-
MENU → (Netwerk) → [Wi-Fi] → [WPS-Push].
-
Druk op de Wi-Fi Protected Setup (-WPS)-knop op het accesspoint om verbinding te maken.
Opmerking
- [WPS-Push] werkt alleen als de beveiligingsinstelling van uw accesspoint is ingesteld op WPA of WPA2, en uw accesspoint ondersteuning biedt voor de registratiemethode met de Wi-Fi Protected Setup (WPS)-knop. Als de beveiligingsinstelling is ingesteld op WEP of WPA3, of als uw accesspoint geen ondersteuning biedt voor de registratiemethode met de Wi-Fi Protected Setup (WPS)-knop, voert u [Toegangspunt instel.] uit.
- Een verbinding is misschien niet mogelijk of de communicatieafstand kan korter zijn afhankelijk van de omgevingsomstandigheden, zoals het soort materiaal van de muur en de aanwezigheid van obstakels of radiogolven tussen het apparaat en het accesspoint. In dat geval verandert u de plaats van het apparaat of plaatst u het apparaat dichter bij het accesspoint.