De MODE (functie)-knop gebruiken
Gebruik de MODE (functie)-knop om een opnamefunctie te selecteren op basis van het onderwerp en het doel van de opname.
- Druk op de MODE-knop, gebruik het besturingswiel om de gewenste opnamefunctie te selecteren en druk daarna op het midden van het besturingswiel.
Informatie over de opnamefuncties
De opnamefuncties zijn onderverdeeld in stilstaand-beeldopnamefuncties, bewegend-beeldopnamefuncties en registratie-oproepfuncties.
(A) Stilstaand-beeldopnamefuncties
(B) Bewegend-beeldopnamefuncties
(C) Registratie-oproepfuncties
Hint
- De weergegeven menuonderdelen verschillen afhankelijk van de opnamefunctie.
(A) Stilstaand-beeldopnamefuncties
De opnamefunctie die u selecteert, bepaalt hoe het diafragma (F-getal) en de sluitertijd worden aangepast.
Pictogram | Opnamefunctie | Beschrijving |
---|---|---|
(Slim automat.) | Slim automat. | De camera neemt op met automatische scèneherkenning. |
Autom. progr. | Stelt u in staat op te nemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt opnamefuncties instellen, zoals [ISO]. | |
Diafragmavoork. | De diafragmawaarde krijgt voorrang en de sluitertijd wordt automatisch ingesteld. Selecteer dit wanneer u de achtergrond wazig wilt maken of scherp wilt stellen op het hele scherm. | |
Sluitertijdvoork. | De sluitertijd krijgt voorrang en de diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld. Selecteer dit wanneer u een snelbewegend onderwerp wilt opnemen zonder dat het wazig wordt, of wanneer u een waterstroom of lichtspoor wilt opnemen. | |
Handm. belicht. | Stel zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd handmatig in. U kunt opnemen met uw favoriete belichting. |
(B) Bewegend-beeldopnamefuncties
Pictogram | Opnamefunctie | Beschrijving |
---|---|---|
(bewegende beelden) | Film | U kunt de belichtingsfunctie voor het opnemen van bewegende beelden instellen. |
S&Q | Vertraagd+versneld | U kunt de belichtingsfunctie voor S&Q-opnemen instellen. |
De methode voor het instellen van de belichting in de bewegend-beeldopnamefunctie hangt af van de instelling van MENU → (Opname) → [Opnamemodus] → [Belichtingsrgl.typ.].
Als [Belichtingsrgl.typ.] is ingesteld op [P/A/S/M-mod.]:
MENU → (Opname) → [Opnamemodus] → [Belichtingsmodus] of [Belichtingsmodus] → selecteer de gewenste belichtingsfunctie uit P/A/S/M.
Als [Belichtingsrgl.typ.] is ingesteld op [Fl. Belichtingsm.]:
De diafragmawaarde, sluitertijd en ISO-gevoeligheid kunnen worden omgeschakeld tussen de automatische instelling en de handmatige instelling door de IRIS (diafragma)-knop/SHUTTER (ontspan)-knop/ISO(ISO-gevoeligheids)-knop ingedrukt te houden. Als u de handmatige instelling selecteert, draait u de voorste/achterste keuzeknop of het besturingswiel en stelt u de gewenste waarde in.
In de handmatige instelling kunnen de waarden worden vergrendeld door op de IRIS-knop/SHUTTER-knop/ISO-knop te drukken. U kunt deze functie gebruiken om te voorkomen dat de waarden per ongeluk worden veranderd.
(C) Registratie-oproepfuncties
Pictogram | Opnamefunctie | Beschrijving |
---|---|---|
MR1 / MR2 / MR3 | Cam-inst. oproep. | U kunt veelgebruikte functies en instellingen met numerieke waarden oproepen die van tevoren zijn geregistreerd* en vervolgens de beelden opnemen. * In [Cam.-inst.geheug] kunt u diverse opname-instellingen registreren, zoals de belichtingsfunctie (P/A/S/M), de diafragmawaarde (F-getal) en de sluitertijd. |