AF hulp
Tijdens het opnemen van bewegende beelden met de automatische scherpstelling, kunt u het scherpgestelde onderwerp veranderen door de scherpstelring van de lens te bedienen.
- MENU → (Scherpstelling) → [AF/MF] → [AF hulp] → [Aan].
-
Tijdens het opnemen van bewegende beelden met automatische scherpstelling draait u de scherpstelring van de lens om scherp te stellen op het beoogde onderwerp.
Wanneer u stopt met het bedienen van de scherpstelring, wordt het onderwerp dat is scherpgesteld met de scherpstelring het doel van de automatische scherpstelling.
Menu-onderdelen
Aan:
Maakt gebruik van de AF-hulpfunctie.
Uit:
Maakt geen gebruik van de AF-hulpfunctie.
Hint
- Het zal gemakkelijker zijn te zien welk gebied scherpgesteld is als u de functie [Reliëf-weergave] samen met [AF hulp] gebruikt, waardoor het gemakkelijker voor u is om scherp te stellen op het beoogde onderwerp.
Opmerking
- Alleen onderwerpen binnen het scherpstelgebied worden gebruikt voor de automatische scherpstelling.
- De volgende lenzen zijn niet compatibel met [AF hulp].
- SELP1650 (los verkrijgbaar)
- SEL18200LE (los verkrijgbaar)