Opn.modus: Sluitertijdvoork.
Door de sluitertijd aan te passen, kunt u stilstaande beelden van bewegende voorwerpen opnemen met verschillende effecten, of bewegende beelden opnemen met natuurlijke beweging.
-
Zet de stilstaande/bewegende beelden/S&Q-schakelaar in de stand van de gewenste opnamefunctie.
- Als S&Q (vertraagd/versneld) is geselecteerd en [Sel.scherm opn.mod] is ingesteld op [Weergeven], wordt op dat moment het scherm [ Opn.modus] in stap 2 afgebeeld.
-
MENU → (Opname) → [Opnamemodus] → [Opn.modus]/[Opn.modus]/[ Opn.modus] → [Sluitertijdvoork.].
-
Selecteer de gewenste instelling door het besturingswiel te draaien.
- Als na het instellen geen juiste belichting kan worden verkregen, knippert de diafragmawaarde op het opnamescherm. Als dit gebeurt, verandert u de sluitertijd.
-
Stel scherp en fotografeer het onderwerp.Het diafragma wordt automatisch aangepast om tot een juiste belichting te komen.
Hint
- Wanneer u een lange sluitertijd instelt, houdt u de camera goed stil om camerabeweging te voorkomen.
- Wanneer u binnen sportscènes opneemt, stelt u de ISO-gevoeligheid in op een hogere waarde.
Opmerking
- Het waarschuwingspictogram SteadyShot wordt niet afgebeeld in de functie [Sluitertijdvoork.].
- Wanneer [NR lang-belicht] is ingesteld op [Aan] en de sluitertijd 1 seconde(n) of langer is met een [Sluitertype] anders dan [Elektron. sluiter], wordt na de opname ruisonderdrukking uitgevoerd gedurende dezelfde tijdsduur waarin de sluiter geopend was. U kunt echter niet verder gaan met opnemen zolang de ruisonderdrukking wordt uitgevoerd.
TP1001220109