Aansluiten op een voedingsbron

Gebruik de voedings- en bedieningskabel (bijgeleverd) om dit apparaat aan te sluiten op een voedingsbron, zoals een netstroomadapter.

Sluit een gelijkstroomstekker die voldoet aan IEC60130-10 (JEITA-normen RC-5320A) TYPE4 aan op de bijgeleverde voedings- en bedieningskabel, en gebruik een voedingsbron met een spanningsbereik van 10,5 V – 13,5 V. Wij adviseren u de Sony-netstroomadapter AC-UES1230MT te gebruiken.

Illustratie van het aansluiten van de camera, de voedings- en bedieningskabel en de voeding

  1. Sluit de voedings- en bedieningskabel (bijgeleverd) aan op een voedingsbron, zoals een netstroomadapter.
  2. Sluit de voedings- en bedieningskabel aan op de voedings- en bedieningsaansluiting van de camera.
  3. Schakel de voedingsbron in.
    • Controleer of het aan/uit-lampje van de camera brandt om er zeker van te zijn dat de camera correct van voeding wordt voorzien.
    • De kleur van het aan/uit-lampje geeft de voedingsstatus van de camera aan.

      Als deze groen brandt (opstart-status): er wordt voeding geleverd en de ON/OFF (aan/uit)-schakelaar staat aan

      Als deze rood brandt (stand-by-status): er wordt voeding geleverd en de ON/OFF (aan/uit)-schakelaar staat uit

Hint

  • Door afzonderlijke apparaten aan te sluiten op de FOCUS/TRIGGER/EXPOSURE-aansluitingen van de voedings- en bedieningsaansluiting, kunt u een opdracht naar dit apparaat zenden om de camera scherp te stellen (FOCUS) of de sluiter te ontspannen (TRIGGER), of een opnametimingsignaal (EXPOSURE) naar de drone zenden.

    Voor de technische gegevens en aansluitmethoden van elke aansluiting, raadpleegt u "Technische gegevens over de voedings- en bedieningsaansluiting".

Opmerking

  • Het bedrijfsspanningsbereik van de beschikbare voedingsbron is 10 V t/m 18 V gelijkstroom. (Dit is het gegarandeerde bereik voor de spanning ontvangen door dit apparaat (spanning aan het ontvangende uiteinde).)
  • Dit apparaat kan tijdelijk ongeveer 40 W aan vermogen vragen bij het opnemen van stilstaande beelden. Gebruik een voedingsbron met een vermogen van 40 W of meer. Gebruik bovendien een voeding en -kabel die voldoen aan de wet- en regelgeving van uw land of regio. Als het vermogen van de voeding 40 W of minder is, controleert u vóór gebruik op correcte werking.
  • Als u een andere kabel dan de bijgeleverde voedings- en bedieningskabel gebruikt, controleert u of voeding wordt geleverd en het aan/uit-lampje rood brandt. Sluit vervolgens de HDMI-kabel of USB-kabel aan en zet de ON/OFF (aan/uit)-schakelaar aan. Als het aan/uit-lampje niet rood brandt, is de aansluiting van de kabel die wordt gebruikt mogelijk niet correct.
  • Als het aan/uit-lampje rood brandt ondanks dat de ON/OFF (aan/uit)-schakelaar aan staat, zijn de volgende omstandigheden mogelijk. Controleer zo nodig de volgende instellingen, de staat van de voeding, enz.
    • De instelling voor het uitschakelen is uitgevoerd door een applicatie die is ontwikkeld met Camera Remote SDK.
    • De stroombesparingsstand werd geactiveerd.
    • De ingevoerde voedingsspanning is lager dan 10 V.
    • De ingevoerde voedingsspanning is hoger dan 18 V.
    • De temperatuur van de camera nam toe en de voeding werd uitgeschakeld om het apparaat te beschermen.
    Als u de camera niet kunt inschakelen ondanks dat er geen problemen zijn met de instellingen of de staat van de voeding, neemt u contact op met het servicecentrum voor advies.
TP1001425257