De beeldsensor reinigen (Sensorreiniging)

Als stof of vuil in de camera binnendringt en op het oppervlak van de beeldsensor komt (het onderdeel dat het licht omzet in een elektrisch signaal), kan dit afhankelijk van de opnameomstandigheden als donkere vlekken zichtbaar zijn op het beeld. Als dit gebeurt, reinigt u de beeldsensor snel door de onderstaande stappen te volgen.

  1. Controleer of de accu voldoende is opgeladen.
  2. MENU (Instellingen) → [Instellingenoptie][Antistoffunctie][Sensorreiniging][Enter].
    De beeldsensor trilt licht om het stof eraf te schudden.
  3. Haal de lens eraf.
  4. Reinig met behulp van een in de winkel verkrijgbaar blaaskwastje het oppervlak van de beeldsensor en het omliggende gebied.
    • Houd de camera met de vatting iets omlaag gericht zodat het stof eruit valt.

  5. Schakel de camera uit.
  6. Bevestig de lens.

Hint

Opmerking

  • Wanneer u de reinigingsfunctie uitvoert, verwijdert u de lens terwijl de camera is ingeschakeld.
  • Schakel de camera niet uit tijdens het reinigen.
  • Zorg ervoor dat de resterende acculading (3 accustreepjes) of meer is, voordat u begint te reinigen.
  • Om de beeldsensor te reinigen met de camera uitgeschakeld, stelt u [Sluiter bij strm UIT] onder [Antistoffunctie] in op [Uit].
  • Gebruik geen spray omdat hierdoor waterdruppels in de behuizing van de camera terecht kunnen komen.
  • Steek de punt van het blaaskwastje niet in de opening voorbij het lensmontagedeel, zodat de punt van het blaaskwastje de beeldsensor niet raakt.
  • Blaas niet te hard wanneer u de beeldsensor schoonmaakt met een blaaskwastje. Als u te hard op de beeldsensor blaast, kan de binnenkant van het apparaat worden beschadigd.
  • Als stof achterblijft, zelfs nadat u het apparaat hebt gereinigd zoals beschreven, neemt u contact op met het servicecentrum.
  • Tijdens het reinigen produceert de beeldsensor een vibrerende ruis. Dit is geen storing.
  • Het reinigen kan automatisch worden uitgevoerd wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.