SteadyShot (bewegende beelden)
Stelt het [SteadyShot]-effect in bij het opnemen van bewegende beelden.
-
MENU → (Opname) → [Beeldstabilisatie] → [SteadyShot] → gewenste instelling.
Menu-onderdelen
- Actief:
- Hiermee krijgt u een krachtiger SteadyShot-effect.
- Standaard:
- Vermindert u de camerabewegingen tijdens het opnemen van bewegende beelden onder stabiele omstandigheden.
- Uit:
- Gebruikt [SteadyShot] niet.
Opmerking
- Bij gebruik van een statief enz., schakelt u de SteadyShot-functie uit omdat dit een storing kan veroorzaken tijdens het opnemen.
- Als u de instelling van [SteadyShot] verandert, zal de opnamehoek veranderen. Wanneer [SteadyShot] is ingesteld op [Actief], wordt de kijkhoek smaller. Wanneer de brandpuntsafstand 200 mm of hoger is, adviseren wij [SteadyShot] in te stellen op [Standaard].
- In de volgende situaties kan [Actief] niet worden geselecteerd:
-
Voor normale bewegende beelden: als [Opn.beeldsnelh.] is ingesteld op [120p]/[100p]
Voor vertraagd/versneld opnemen: als [Beeldsnelheid] is ingesteld op [120fps]/[100fps]
-
Voor normale bewegende beelden: als [Opn.beeldsnelh.] is ingesteld op [120p]/[100p]