Bluetooth-afst.bed.

U kunt de camera bedienen met behulp van een Bluetooth-afstandsbediening (los verkrijgbaar). Voor meer informatie over compatibele afstandsbedieningen gaat u naar de Sony-website voor uw regio of neemt u contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke, erkende technische dienst van Sony.

Selecteer van tevoren MENU (Netwerk) → [Bluetooth][Bluetooth-functie][Aan]. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de Bluetooth-afstandsbediening.

  1. Selecteer op de camera MENU (Netwerk) → [Bluetooth][Bluetooth-afst.bed.][Aan].
    • Als er momenteel geen Bluetooth-apparaat is gepaard aan de camera, wordt het scherm voor paren, zoals beschreven in stap 2, afgebeeld.
  2. Selecteer op de camera MENU (Netwerk) → [Bluetooth][Koppeling] om het scherm voor paren af te beelden.
  3. Voer het paren uit op de Bluetooth-afstandsbediening.
    • Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de Bluetooth-afstandsbediening.
  4. Selecteer op de camera [OK] op het bevestigingsscherm voor de Bluetooth-verbinding.
    • Het paren is voltooid en u kunt de camera nu bedienen vanaf de Bluetooth-afstandsbediening. Nadat u het apparaat eenmaal hebt gepaard, kunt u de camera in de toekomst opnieuw verbinden met de Bluetooth-afstandsbediening door [Bluetooth-afst.bed.] in te stellen op [Aan].

Menu-onderdelen

Aan:
Schakelt bediening met de Bluetooth-afstandsbediening in.
Uit:
Schakelt bediening met de Bluetooth-afstandsbediening uit.


Weergegeven pictogrammen bij verbinden met een Bluetooth-afstandsbediening

(Bluetooth-verbinding beschikbaar): Bluetooth-verbinding met een Bluetooth-afstandsbediening is tot stand gebracht.

(Bluetooth-verbinding beschikbaar): Bluetooth-verbinding met de Bluetooth-afstandsbediening is niet tot stand gebracht.

Hint

  • De Bluetooth-verbinding is alleen actief terwijl u de camera bedient met behulp van de Bluetooth-afstandsbediening.

Opmerking

  • Wanneer u de camera terugstelt op de standaardinstellingen, wordt de paringsinformatie ook gewist. Om de Bluetooth-afstandsbediening te gebruiken, voert u het paren nogmaals uit.
  • Als de Bluetooth-verbinding niet stabiel is, verwijdert u eventuele obstakels, zoals mensen of metalen voorwerpen, tussen de camera en de gepaarde Bluetooth-afstandsbediening.
  • De volgende functies kunnen niet worden gebruikt wanneer [Bluetooth-afst.bed.] is ingesteld op [Aan].
    • Energiebesparingsfunctie
  • U kunt slechts één Bluetooth-afstandsbediening tegelijkertijd verbinden met de camera.
  • Als de functie niet goed werkt, controleert u de onderstaande opmerkingen en probeert u het paren opnieuw.
    • Bevestig dat op de camera [Vliegtuig-stand] is ingesteld op [Uit].
    • Als de functie niet goed werkt, ook niet nadat u de bovenstaande handelingen hebt uitgevoerd, verwijdert u de paringsinformatie van het apparaat dat u wilt verbinden met behulp van [Beh. gekopp. appar.] op de camera.