Instelling herstellen
Stelt het apparaat terug op de standaardinstellingen. Zelfs als u [Instelling herstellen] uitvoert, blijven de opgenomen beelden behouden.
-
MENU →
(Instellingen) → [Inst trgstell/opsl] → [Instelling herstellen] → gewenste instelling.
Menu-onderdelen
- Camera-instell. terugstell.:
- Stelt de belangrijkste opname-instellingen terug op de standaardinstellingen. De instelwaarden voor het opnemen van stilstaande beelden en het opnemen van bewegende beelden worden geïnitialiseerd.
- Initialiseren:
- Stelt alle instellingen terug op de standaardinstellingen.
Opmerking
- Zorg ervoor dat u de accu niet uitwerpt tijdens het terugstellen.
- Als u [Initialiseren] uitvoert, wordt de privacyverklaringovereenkomst ook geïnitialiseerd, dus moet u opnieuw akkoord gaan met de privacyverklaring voordat u de camera kunt gebruiken.
-
De instellingen van [
Beeldprofiel] worden niet teruggesteld, zelfs niet wanneer [Camera-instell. terugstell.] of [Initialiseren] wordt uitgevoerd.
- Het vinkje voor [Beeldprofiel] in [Verschil. inst. st.b./f.] wordt niet teruggesteld wanneer u [Camera-instell. terugstell.] of [Initialiseren] uitvoert.
- De beveiligings- en netwerkinstellingen worden niet gewist wanneer u [Camera-instell. terugstell.] uitvoert.
- Om de beveiligings- en netwerkinstellingen terug te stellen op de standaardinstellingen, voert u [Netw.instell. terugst.] of [Initialiseren] uit. Echter, zelfs als u [Netw.instell. terugst.] uitvoert wanneer [Vliegtuig-stand] is ingesteld op [Aan], wordt [Vliegtuig-stand] niet teruggesteld op [Uit].

