Een netadapter gebruiken
U kunt dit apparaat aansluiten op een netstroombron voor gebruik zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over het opladen van de accuset.
Sluit de netadapter (A) aan op de DC IN-aansluiting (B) op dit apparaat en sluit het netsnoer (C) (meegeleverd) aan op een netstroombron.
Als het uitgangsvoltage van de netadapter laag wordt
Als de uitgangsspanning van de netadapter onder een bepaald niveau daalt tijdens de werking ([DC Low Voltage1]-status), verschijnt er een melding dat de uitgangsspanning van de netadapter is gedaald en begint het opname-/tally-lampje te knipperen.
Als de uitgangsspanning van de netadapter daalt tot onder het niveau waarop de werking niet kan worden voortgezet ([DC Low Voltage2]-status), verschijnt een melding dat de uitgangsspanning van de netadapter te laag is.
Als dit gebeurt kan de netadapter defect zijn. Controleer de netadapter, zoals vereist.
De waarschuwingsvoltages wijzigen
Het [DC Low Voltage1]-niveau is ingesteld op 16,5 V en het [DC Low Voltage2]-niveau is standaard ingesteld op 15,5 V. U kunt de instellingen voor het waarschuwingsniveau wijzigen met [Technical] – [Camera DC IN Alarm] in het hoofdmenu.
Over de netadapter
- Sluit een netadapter niet aan of gebruik deze in een krappe ruimte, zoals tussen een muur en meubels.
- Steek de netadapter in het dichtstbijzijnde stopcontact. Als er zich tijdens het werken een probleem voordoet, trek dan onmiddellijk het netsnoer uit het stopcontact.
- Maak geen kortsluiting met de metalen onderdelen van de stekker van de netadapter. Dit heeft een defect tot gevolg.
- De accu kan niet worden opgeladen terwijl deze op dit apparaat is aangesloten, zelfs niet als de netadapter is aangesloten.
- Pak bij het loskoppelen van de netadapter de stekker rechtstreeks vast en trek deze recht uit het stopcontact. Trekken aan de kabel kan een defect veroorzaken.