De scherpstelling handmatig aanpassen

Om de scherpstelling handmatig aan te passen, zet u de FOCUS-schakelaar (A) op de MF-positie.

Draai aan de scherpstellingsring (B) om de scherpstelling handmatig aan te passen aan de opnameomstandigheden.

Illustratie van het handmatig aanpassen van de scherpstelling

Handmatig scherpstellen is nuttig voor de volgende onderwerpen.

  • Onderwerpen aan de zijkant van een venster die zijn bedekt met waterdruppels
  • Onderwerpen met weinig contrast tegen een achtergrond
  • Onderwerpen die zich verder weg bevinden dan de onderwerpen op de voorgrond
  • Wanneer de focus verloren gaat door een grote verandering in de omgevingstemperatuur (veranderingen door de temperatuureigenschappen van het objectief)

Hint

  • U kunt in de volgende gevallen automatische scherpstelling ook gebruiken, als handmatige aanpassing de hoofdmethode voor bediening is.

    • Als de gevoeligheid van de AF-onderwerpverschuiving is ingesteld op [1(Locked On)]
    • Als de FOCUS-schakelaar op de AF-positie is gezet
    • Bij gebruik van de scherpstellingsring ([AF Assist])

Opmerking

  • Als scherpstellen met de scherpstellingsring niet werkt, controleer dan de functie die aan de objectiefring is toegewezen. Voor nadere informatie raadpleegt u "Objectiefringen".
TP1001680740