Menu [Shooting]

De volgende tabellen beschrijven de functie en instellingen van elk menu-item.

[Shooting] – [ISO/Gain]

Versterkingsinstellingen maken.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Mode] [ISO] / [dB] [dB]

Selecteert de instellingsmodus voor versterking.

Opmerking

  • In de log-opnamemodus is dit ingesteld op [ISO] (vast).
[ISO/Gain<H>] Zie het volgende onderwerp voor details over instellingen.
[ISO/Gain]-instellingen en standaardwaarden
Stelt de presetwaarde voor <H> gain in.
[ISO/Gain<M>] Zie het volgende onderwerp voor details over instellingen.
[ISO/Gain]-instellingen en standaardwaarden
Stelt de presetwaarde voor <M> gain in.
[ISO/Gain<L>] Zie het volgende onderwerp voor details over instellingen.
[ISO/Gain]-instellingen en standaardwaarden
Stelt de presetwaarde voor <L> gain in.
[Shockless Gain] [On] / [Off] [Off] Schakelt de shockless gain (schokvrije versterking) in/uit.

[Shooting] – [ND Filter]

Stelt de presetwaarden in voor het ND-filter.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Preset1] 1/4 / 1/8 / 1/16 / 1/32 / 1/64 / 1/128 1/4 Stelt de preset 1-waarde in voor het ND-filter.
[Preset2] 1/4 / 1/8 / 1/16 / 1/32 / 1/64 / 1/128 1/16 Stelt de preset 2-waarde in voor het ND-filter.
[Preset3] 1/4 / 1/8 / 1/16 / 1/32 / 1/64 / 1/128 1/64 Stelt de preset 3-waarde in voor het ND-filter.

[Shooting] – [Shutter]

Stelt de elektronische sluiter in.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Mode] [Speed] / [Angle] [Speed] Selecteert de werkmodus van de elektronische sluiter.
Wordt gebruikt voor het duidelijk filmen van snel bewegende objecten. Selecteer de [Speed]-modus voor het instellen van de sluitertijd als een tijd in seconden of de [Angle]-modus voor het instellen van de sluitertijd als een sluiterhoek.
[Shutter Speed On/Off] [On] / [Off] [Off] Stelt in of de belichtingstijd in de [Speed]-modus de [Shutter Speed]-instelling volgt of is ingesteld voor volledige belichting.
[Shutter Speed] 64F t/m 1/8000
De beschikbare instellingen variëren afhankelijk van de systeemfrequentie van de geselecteerde opname-indeling.
119.88P:
1/120 / 1/125 / 1/250 / 1/500 / 1/1000 / 1/2000 / 1/4000 / 1/8000
100P:
1/100 / 1/120 / 1/125 / 1/250 / 1/500 / 1/1000 / 1/2000 / 1/4000 / 1/8000
59.94P:
64F / 32F / 16F / 8F / 7F / 6F / 5F / 4F / 3F / 2F / 1/60 / 1/100 / 1/120 / 1/125 / 1/250 / 1/500 / 1/1000 / 1/2000 / 1/4000 / 1/8000
50P:
64F / 32F / 16F / 8F / 7F / 6F / 5F / 4F / 3F / 2F / 1/50 / 1/60 / 1/100 / 1/120 / 1/125 / 1/250 / 1/500 / 1/1000 / 1/2000 / 1/4000 / 1/8000
29.97P:
64F / 32F / 16F / 8F / 7F / 6F / 5F / 4F / 3F / 2F / 1/30 / 1/40 / 1/50 / 1/60 / 1/100 / 1/120 / 1/125 / 1/250 / 1/500 / 1/1000 / 1/2000 / 1/4000 / 1/8000
25P:
64F / 32F / 16F / 8F / 7F / 6F / 5F / 4F / 3F / 2F / 1/25 / 1/33 / 1/50 / 1/60 / 1/100 / 1/120 / 1/125 / 1/250 / 1/500 / 1/1000 / 1/2000 / 1/4000 / 1/8000
23.98P:
64F / 32F / 16F / 8F / 7F / 6F / 5F / 4F / 3F / 2F / 1/24 / 1/32 / 1/48 / 1/50 / 1/60 / 1/96 / 1/100 / 1/120 / 1/125 / 1/250 / 1/500 / 1/1000 / 1/2000 / 1/4000 / 1/8000
119.88P: 1/120
100P: 1/100
59.94P: 1/60
50P: 1/50
29.97P: 1/30
25P: 1/25
23.98P: 1/24

Stelt de sluitertijd in als de [Speed]-modus is geselecteerd.

Opmerking

  • Wanneer de systeemfrequentie 100P of 119.88P is, kan 2F t/m 64F niet worden geselecteerd.
[Shutter Angle] 64F / 32F / 16F / 8F / 7F / 6F / 5F / 4F / 3F / 2F / 360.0° / 300.0° / 270.0° / 240.0° / 216.0° / 210.0° / 180.0° / 172.8° / 150.0° / 144.0° / 120.0° / 90.0° / 86.4° / 72.0° / 45.0° / 30.0° / 22.5° / 11.25° / 5.6° 180.0°

Stelt de sluiterhoek in als de [Angle]-modus is geselecteerd.

Opmerking

  • Wanneer de systeemfrequentie 100P of 119.88P is, kan 2F t/m 64F niet worden geselecteerd.
[ECS On/Off] [On] / [Off] [Off] Schakelt de ECS-modus in of uit.
[ECS Frequency] 23.99 t/m 8000
De beschikbare instellingen variëren afhankelijk van de systeemfrequentie van de geselecteerde opname-indeling.
119.88P: 120.0
100P: 100.0
59.94P: 60.00
50P: 50.00
29.97P: 30.00
23.98P: 23.99
25P: 25.02
Stelt de ECS-frequentie in als de ECS-modus is geselecteerd.

[Shooting] – [Auto Exposure]

Regelt de instellingen voor automatische belichtingsaanpassingen.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Level] +3.0 / +2.75 / +2.5 / +2.25 / +2.0 / +1.75 / +1.5 / +1.25 / +1.0 / +0.75 / +0.5 / +0.25 / ±0 / −0.25 / −0.5 / −0.75 / −1.0 / −1.25 / −1.5 / −1.75 / −2.0 / −2.25 / −2.5 / −2.75 / −3.0 ±0 Stelt het helderheidniveau in voor de automatische gedetecteerde belichting.
[Mode] [Backlight] / [Standard] / [Spotlight] [Standard] Stelt de werkmodus in van de auto-belichtingsaanpassing.
[Backlight]: Modus voor minder donker worden van schaduwen als het onderwerp met tegenlicht wordt gefilmd
[Standard]: Standaardmodus
[Spotlight]: Modus voor minder overbelichting als het onderwerp wordt verlicht door spotlampen
[Speed] −99 t/m +99 ±0 Stelt de aanpassingssnelheid in van auto-belichtingsaanpassing.
[AGC] [On] / [Off] [Off] Automatische gainregeling in-/uitschakelen.
[AGC Limit] Zie het volgende onderwerp voor details over instellingen.
[AGC Limit]-instellingen en standaardwaarden
Stelt de maximale versterking van de automatische gainregeling in.
[AGC Point] F2.8 / F4 / F5.6 F2.8 Stelt het F-nummer in van de iris waar de automatische versterkingsregeling begint wanneer [AGC] is ingesteld op [On].
[Auto Shutter] [On] / [Off] [Off] Automatische sluiter in-/uitschakelen.
[A.SHT Limit] 1/100 / 1/150 / 1/200 / 1/250 / 1/2000 1/2000 Stelt de snelste sluitertijd van de automatische sluiter in.
[A.SHT Point] F5.6 / F8 / F11 F8 Stelt het F-nummer in van de iris waar de automatische sluiterwerking begint wanneer [Auto Shutter] is ingesteld op [On].
[Clip High light] [On] / [Off] [Off] Schakelt de functie in of uit die de meest heldere gebieden negeert voor een vlakkere respons bij hoge helderheid.
[Detect Window] 1 / 2 / 3 / 4 / 5 / 6 / [Custom] 1 Stelt het lichtmetingsbereik voor automatische belichtingsaanpassing in op basis van de helderheid van het onderwerp. (Niet beschikbaar als de belichting handmatig wordt ingesteld)
[Detect Window Indication] [On] / [Off] [Off] Schakelt de indicatie van de lichtmeting in of uit.
[Custom Width] 40 t/m 999 500 Stelt de breedte van het lichtmetingsbereik in.
[Custom Height] 70 t/m 999 500 Stelt de hoogte van het lichtmetingsbereik in.
[Custom H Position] −479 t/m +479 ±0 Stelt de horizontale positie van het lichtmetingsbereik in.
[Custom V Position] −464 t/m +464 ±0 Stelt de verticale positie van het lichtmetingsbereik in.

[Shooting] – [White]

Regelt de witbalansinstelling.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Preset White] 2000K t/m 15000K 3200K Stelt de presetwaarde van de witbalans in.
[Color Temp <A>] 2000K t/m 15000K 3200K

Stelt de kleurtemperatuur van de witbalans in, die wordt opgeslagen in geheugen A.

Opmerking

  • Omdat [Color Temp] tijdens de [R Gain]/[B Gain]-aanpassing op 2000K en 15000K is geclipt, is het misschien niet mogelijk om de juiste [Color Temp]-waarde voor de R/B-gainwaarde weer te geven.
[Tint<A>] −99 t/m +99 ±0

Stelt de witbalanswaarde [Tint] in die is opgeslagen in geheugen A.

Opmerking

  • Omdat [Tint] tijdens de [R Gain]/[B Gain]-aanpassing op ±99 is geclipt, is het misschien niet mogelijk om de juiste [Tint]-waarde voor de R/B-gainwaarde weer te geven.
[R Gain <A>] −99.0 t/m +99.0 ±0.0 Stelt de witbalans R-versterkingswaarde in die wordt opgeslagen in geheugen A.
[B Gain <A>] −99.0 t/m +99.0 ±0.0 Stelt de witbalans B-versterkingswaarde in die wordt opgeslagen in geheugen A.
[Color Temp <B>] 2000K t/m 15000K 3200K

Stelt de kleurtemperatuur van de witbalans in, die wordt opgeslagen in geheugen B.

Opmerking

  • Omdat [Color Temp] tijdens de [R Gain]/[B Gain]-aanpassing op 2000K en 15000K is geclipt, is het misschien niet mogelijk om de juiste [Color Temp]-waarde voor de R/B-gainwaarde weer te geven.
[Tint<B>] −99 t/m +99 ±0

Stelt de witbalanswaarde [Tint] in die is opgeslagen in geheugen B.

Opmerking

  • Omdat [Tint] tijdens de [R Gain]/[B Gain]-aanpassing op ±99 is geclipt, is het misschien niet mogelijk om de juiste [Tint]-waarde voor de R/B-gainwaarde weer te geven.
[R Gain <B>] −99.0 t/m +99.0 ±0.0 Stelt de witbalans R-versterkingswaarde in die wordt opgeslagen in geheugen B.
[B Gain <B>] −99.0 t/m +99.0 ±0.0 Stelt de witbalans B-versterkingswaarde in die wordt opgeslagen in geheugen B.

[Shooting] – [White Setting]

Past de witbalansinstelling aan.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Shockless White] [Off] / 1 / 2 / 3 2 Stelt de reactiesnelheid in van de witbalans als wordt overgeschakeld van witbalansmodus.
[Off]: Schakelt onmiddellijk.
1 t/m 3: hogere nummers schakelen langzamer.
[ATW Speed] 1 / 2 / 3 / 4 / 5 3 Stelt de reactiesnelheid in de Auto White-modus in.
1: Snelste reactietijd
[White Switch<B>] [Memory] / [ATW] [Memory] Selecteert de aanpassingsmodus van de witbalans die is geselecteerd als de schakelaar WHT BAL is ingesteld op B.
[Filter White Memory] [On] / [Off] [Off]

Schakelt de functie die het geheugengebied voor de witbalans voor elk ND Filter instelt in of uit.
[On]: Stelt het witbalansgeheugen in voor elk ND-filter.

Hint

  • In de presetmodus zijn er vier instellingen ([Clear]/1/2/3). In de variabele modus zijn er twee instellingen ([Clear] en [On]).

[Off]: Stelt witbalansgeheugen in dat gemeenschappelijk is voor alle ND-filters.

[Shooting] – [Offset White]

Regelt de offsetinstelling voor witbalans.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Offset White <A>] [On] / [Off] [Off]

Bepaalt of er wel ([On]) of niet ([Off]) een offsetwaarde moet worden toegevoegd aan de witbalans in geheugen A.

Opmerking

  • Dit is ingesteld op [Off] (vast) in de log-opnamemodus.
[Offset Color Temp<A>] −99 t/m +99 ±0 Stelt de kleurtemperatuurverschuiving in die moet worden toegevoegd aan de witbalans in geheugen A wanneer [Offset White <A>] is ingesteld op [On].
[Offset Tint<A>] −99 t/m +99 ±0 Stelt de [Tint]-offset in die moet worden toegevoegd aan de witbalans in geheugen A wanneer [Offset White <A>] is ingesteld op [On].
[Offset White <B>] [On] / [Off] [Off]

Bepaalt of er wel ([On]) of niet ([Off]) een offsetwaarde moet worden toegevoegd aan de witbalans in geheugen B.

Opmerking

  • Dit is ingesteld op [Off] (vast) in de log-opnamemodus.
[Offset Color Temp<B>] −99 t/m +99 ±0 Stelt de kleurtemperatuurverschuiving in die moet worden toegevoegd aan de witbalans in geheugen B wanneer [Offset White <B>] is ingesteld op [On].
[Offset Tint<B>] −99 t/m +99 ±0 Stelt de [Tint]-offset in die moet worden toegevoegd aan de witbalans in geheugen B wanneer [Offset White <B>] is ingesteld op [On].
[Offset White<ATW>] [On] / [Off] [Off]

Bepaalt of er wel ([On]) of niet ([Off]) een offsetwaarde moet worden toegevoegd aan de witbalans in de Auto White-modus.

Opmerking

  • Dit is ingesteld op [Off] (vast) in de log-opnamemodus.
[Offset Color Temp<ATW>] −99 t/m +99 ±0 Stelt de kleurtemperatuuroffset in die moet worden toegevoegd aan de witbalans in de Auto White-modus wanneer [Offset White<ATW>] is ingesteld op [On].
[Offset Tint<ATW>] −99 t/m +99 ±0 Stelt de [Tint]-offset in die moet worden toegevoegd aan de witbalans in de Auto White-modus wanneer [Offset White<ATW>] is ingesteld op [On].

[Shooting] – [Focus]

Regelt de scherpstelling.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[AF Transition Speed] [1(Slow)] / 2 / 3 / 4 / 5 / 6 / [7(Fast)] 5 Stelt de snelheid in van de scherpstellingsaandrijving als het onderwerp verandert tijdens automatische scherpstelling.
[AF Subj. Shift Sens.] [1(Locked On)] / 2 / 3 / 4 / [5(Responsive)] [5(Responsive)] Stelt de gevoeligheid in voor wijziging van onderwerpscherpstelling tijdens automatische scherpstelling.
[Focus Area] [Wide] / [Zone] / [Flexible Spot] [Wide] Stelt het doelgebied in voor autofocus en push-autofocus.
[Wide]: Zoekt naar een onderwerp in een grote hoek van het beeld bij het scherpstellen.
[Zone]: Zoekt automatisch naar een focuspunt binnen de opgegeven zone.
[Flexible Spot]: Stelt scherp op een specifieke positie in het beeld.
[Subject Recognition AF] [Human Only AF] / [Human Priority AF] / [Off] [Human Priority AF] Stelt de modus van de AF-functie van de onderwerpherkenning in.
[Human Only AF]: De camera detecteert onderwerpen (mensen) en stelt scherp op hun gezichten, ogen, hoofden of lichamen en volgt deze. Autofocus wordt gepauzeerd op het moment dat een persoon niet wordt gedetecteerd.
[Human Priority AF]: De camera detecteert onderwerpen (mensen) en stelt scherp op hun gezichten, ogen, hoofden of lichamen en volgt deze. Autofocus is actief, zelfs wanneer een persoon niet wordt gedetecteerd.
[Off]: De AF-functie voor onderwerpherkenning is uitgeschakeld.
[Touch Function in MF] [Tracking AF] / [Spot Focus] [Tracking AF] Stelt de aanraakbediening in tijdens handmatig scherpstellen.
[Multi Selector Function] [Subject Sel. Cursor] / [Pointer] [Subject Sel. Cursor] Stelt de methode in voor het specificeren van het autofocusdoel als reactie op de bediening van de multi-selector.
[Subject Sel. Cursor]: Selecteert een onderwerpherkenningskader met behulp van de multi-selector.
[Pointer]: Selecteert een onderwerp op het scherm door de AF-trackingaanwijzer te verplaatsen met behulp van de multi-selector.
[Pointer Color] [Orange] / [White] / [Yellow] / [Cyan] / [Green] / [Magenta] / [Red] / [Blue] [Orange] Stelt de kleur in van de aanwijzer die wordt gebruikt voor het specificeren van het scherpstellingsdoel.
[Pointer Border] [On] / [Off] [On] Schakelt de rand van de aanwijzer in/uit die wordt gebruikt voor het specificeren van het scherpstellingsdoel.
[AF Assist] [On] / [Off] [On] Wanneer ingesteld op [On], kan de autofocus tijdelijk worden overschreven en kan de focus handmatig worden ingesteld.

[Shooting] – [S&Q Motion]

Regelt de instellingen voor de Slow & Quick Motion-modus.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Setting] [On] / [Off] [Off] Schakelt de Slow & Quick Motion-modus in/uit.
[Frame Rate] 1fps t/m 60fps / 100fps / 120fps / 150fps / 180fps / 200fps / 240fps

Regelt de beeldsnelheid voor de Slow & Quick Motion-modus.

Opmerking

  • De beschikbare instellingen kunnen variëren afhankelijk van de geselecteerde systeemfrequentie, codec en video-indeling.

[Shooting] – [LUT On/Off]

Regelt LUT-instellingen.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving

[ SDI/HDMI]

(alleen PXW-Z200)

[LUT On] / [LUT Off] [LUT Off]

Selecteert of een monitor-LUT moet worden toegepast op de SDI- en HDMI-uitgangsvideo.

Opmerking

  • Configureerbaar in de log-opnamemodus.

[ HDMI]

(alleen HXR-NX800)

[LUT On] / [LUT Off] [LUT Off]

Selecteert of een monitor-LUT moet worden toegepast op de HDMI-uitgangsvideo.

Opmerking

  • Configureerbaar in de log-opnamemodus.
[ LCD/VF/Proxy/Stream] [LUT On] / [LUT Off] [LUT Off]

Selecteert of een monitor-LUT moet worden toegepast op de LCD-, zoeker- en proxy-uitvoervideo.

Opmerking

  • Configureerbaar in de log-opnamemodus.

[Shooting] – [NIGHTSHOT]

Stelt de nachtopname-instellingen in.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Setting] [On] / [Off] [Off] Nachtopnamemodus in-/uitschakelen.
[IR Light] [On] / [Off] [On] Schakelt het infraroodlicht in/uit wanneer de nachtopnamemodus is ingeschakeld.
[Image Color] [White] / [Green] [White] Stelt de kleur van het beeld in wanneer de nachtopnamemodus is ingeschakeld.

[Shooting] – [Soft Skin Effect]

Stelt het effect voor huidverfraaiing in.

Hint

  • Dit stelt het effect in voor het vlot vastleggen van de huid van het onderwerp wanneer een gezicht wordt gedetecteerd.
Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Setting] [On] / [Off] [Off]

Schakelt het effect voor huidverfraaiing in/uit.

Opmerking

  • Het effect voor huidverfraaiing kan ingeschakeld worden, wanneer [NIGHTSHOT] – [Setting] is ingesteld op [Off].
[Level] [Low] / [Mid] / [High] [Mid] Stelt de sterkte van het effect voor huidverfraaiing in.

[Shooting] – [Noise Suppression]

Regelt de ruisonderdrukkingsinstellingen.

Hint

  • De instellingen [Setting(Custom)] en [Level(Custom)] worden weerspiegeld in de instelling [Target Display].
Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Setting(Custom)] [On] / [Off] [On]

Schakelt de functie ruisonderdrukking in of uit in de aangepaste opnamemodus.

Opmerking

  • Deze functie kan niet worden geconfigureerd in de log-opnamemodus.
[Level(Custom)] [Low] / [Mid] / [High] [Mid]

Stelt het niveau voor ruisonderdrukking in de aangepaste opnamemodus in.

Opmerking

  • Deze functie kan niet worden geconfigureerd in de log-opnamemodus.
[Setting(Flexible ISO)] [On] / [Off] [Off]

Schakelt de functie ruisonderdrukking in of uit in de log-opnamemodus.

Opmerking

  • Deze functie kan niet worden geconfigureerd in de aangepaste opnamemodus.
[Level(Flexible ISO)] [Low] / [Mid] / [High] [Mid]

Stelt het niveau voor ruisonderdrukking in de log-opnamemodus in.

Opmerking

  • Deze functie kan niet worden geconfigureerd in de aangepaste opnamemodus.

[Shooting] – [Flicker Reduce]

Regelt de instellingen voor flikkercorrectie.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Mode] [Auto] / [On] / [Off] [Off] Stelt de flikkercorrectiemodus is.
[Frequency] [50Hz] / [60Hz] [60Hz] Stelt de frequentie van de stroombron van de verlichting in die het flikkeren veroorzaakt.

[Shooting] – [SteadyShot]

Regelt de beeldstabilisatie-instellingen.

Menu-item Instelling subonderdeel Standaard fabriekswaarde Beschrijving
[Setting] [Active] / [Standard] / [Off] [Standard] Stelt de functie beeldstabilisatie in.
TP1001680807