Schermdisplay

Tijdens het opnemen (opnemen/stand-by) en afspelen worden de status en instellingen van dit apparaat over het beeld weergegeven.

U kunt de informatie weergeven/verbergen met de knop DISPLAY. Zelfs als het verborgen is, verschijnt het display tijdens het uitvoeren van directmenu-bewerkingen.

U kunt er ook voor kiezen om elk item afzonderlijk te tonen/verbergen.

Informatie die wordt weergegeven op het scherm tijdens filmen

Opnamescherm

  1. Netwerkstatus

    Geeft de netwerkverbindingsstatus weer als pictogram.

  2. Voortgang uploaden/resterende bestanden
  3. Scherpstellingszone

    Geeft het scherpstellingsgebied voor automatische scherpstelling weer.

  4. Sleuf A/B opnamemodus/bedrijfsstatus, intervalweergave van intervalopname

    Weergave Betekenis
    Rec Opnemen
    Stby Opnemen stand-by
  5. Velddiepte
  6. Status UWP-D-serie

    Geeft de signaalsterkte van het RF-signaal weer als een pictogram als er een apparaat uit de UWP-D-serie is aangesloten op de MI-schoen die is geconfigureerd voor digitale audio-overdracht.

  7. Streamingsstatus

    Voor SRT-streaming wordt ook de ARC bitrate weergegeven.

    Weergave Betekenis
    Streaming zendstatus
    Overschakelen naar streaming zendstatus
    Streaming verzendt status niet door een fout
    USB USB-streaming niet-zendstatus
    ("USB" knipperend scherm)
    USB-streaming zendstatus
    ("USB" verlicht scherm)
  8. Slow & Quick Motion beeldsnelheid
  9. Resterende accucapaciteit/DC IN-voltage
  10. Scherpstellingsmodus

    Weergave Betekenis
    Modus [Focus Hold]
    MF-modus
    AF-modus
    Modus AF volgen in echttijd
    Onderwerpherkenning AF (AF////)
    Pictogram voor menselijke detectie
    AF-pictogram alleen menselijke detectie
    Pictogram Opgeslagen gezicht voor volgen
    Pictogram AF gepauzeerd1)

    1)Wordt weergegeven tijdens bediening van autofocus wanneer bediening van autofocus niet kan worden voortgezet en tijdelijk stopt. Het pictogram verdwijnt wanneer de oorzaak voor het stoppen van autofocus is opgelost en vervolgens wordt de werking van de autofocus hervat.

  11. Scherpstelpositie

    Geeft het scherpstellingspositie weer.

  12. Zoompositie

    Toont de zoompositie in het bereik 0 (groothoek) tot 99 (tele).

    Het display kan worden gewijzigd in een balkweergave.

    De volgende onderdelen worden aan het display toegevoegd als Clear Image Zoom is ingeschakeld.

    Weergave Betekenis
    Clear Image Zoom is ingeschakeld
    Vergrotingswaarde Bij gebruik van Clear Image Zoom
  13. Digitale extender

    Geeft de zoomverhouding van de functie digitale extender weer.
    Wordt weergegeven wanneer de digitale extender is ingeschakeld met een toewijsbare knop waaraan de functie [Digital Extender] is toegewezen.
    Dit is enkel beschikbaar voor gebruik wanneer de opnameresolutie FHD is en tot 1,5× vergroting in het midden van het scherm ondersteunt. Zoomen tot 60× wordt ondersteund bij zowel optische zoom als Clear Image Zoom.

  14. Beeldstabilisatiemodus
  15. SDI-uitgang/HDMI-uitgang status [Rec Control]

    Geeft de uitvoerstatus van het SDI/HDMI-uitgangssignaal weer.

  16. Resterende capaciteit voor geheugenkaart

    Weergave Betekenis
    Koppelen/koppelstatus ([Media(A)])
    Koppelen/koppelstatus ([Media(B)])
    Koppelen/koppelstatus ([Media(B)])1)

    (knippert)
    Koppelstatus (non-recordable) ([Media(B)])1) 2)

    1)Alleen proxyclip opnemen

    2)Er is een fout of waarschuwing voor onvoldoende resterende capaciteit opgetreden aan het begin van de opname of tijdens de opname.

    Er verschijnt een (Beveiligd)-pictogram als de geheugenkaart schrijfbeveiligd is.

  17. Witbalansmodus

    Weergave Betekenis
    Automodus
    [Hold] Automodus gepauzeerd
    W:P Presetmodus
    W:A Modus geheugen A
    W:B Modus geheugen B
  18. Tijdcode externe vergrendeling/tijdgegevens

    Geeft "EXT-LK" weer wanneer deze is vergrendeld met de tijdcode van een extern apparaat.

  19. ND-filter

    Weergave Betekenis
    Automodus
  20. Scene-bestand
  21. Diafragma

    Geeft de irispositie weer (F-nummer).

  22. [NIGHTSHOT]-status/waarschuwing videoniveau
  23. Versterking

    In de [Custom]-opnamemodus wordt de gainwaarde of ISO-waarde weergegeven. In de log-opnamemodus wordt de ISO-waarde weergegeven.

    Weergave Betekenis
    Automodus
    H Preset H-modus
    M Preset M-modus
    L Preset L-modus
    Tijdelijke aanpassingsmodus
  24. Clipnaam

    Geeft de naam weer van de clip die wordt opgenomen of gaat worden opgenomen.

  25. Sluiter
  26. AE-modus/AE-niveau
  27. Waterpas

    Geeft het horizontale niveau weer in stappen van ±1° tot en met ±15°.

  28. Audioniveaumeter

    Geeft het audioniveau van CH1 naar CH4 weer.

  29. Videosignaalmonitor

    Geeft een golfvorm, vectorscoop en histogram weer.

    De oranje lijn geeft de ingestelde waarde van het zebrapatroonniveau weer.

    In de log-opnamemodus wordt de LUT-toepassingsstatus van het monitordoel boven het scherm weergegeven. Als [LUT Off] is geselecteerd, wordt de kleurbereikinstelling weergegeven. Als [LUT On] is geselecteerd, wordt "Look" weergegeven, ongeacht het toegepaste LUT-type.

    Indicator netwerksnelheid

    Geeft de huidige communicatiesnelheid weer voor elk netwerkpad. Wordt niet weergegeven wanneer de videosignaalweergave wordt weergegeven.

  30. Gammaweergave-assistent/basisuiterlijk

    In de [Custom]-opnamemodus wordt de status van de gammaweergave-assistent weergegeven. De gammaweergave-assistent kan worden in- of uitgeschakeld met behulp van een toewijsbare knop die is toegewezen aan [Gamma Display Assist].

    In de log-opnamemodus wordt de instelling voor het basisuiterlijk weergegeven.

  31. Video-opnamelampje

    Geeft het videosignaal weer voor opname op de geheugenkaarten. In de [Custom]-opnamemodus wordt de instelling voor het basisuiterlijk weergegeven.

    In de log-opnamemodus wordt de instelling voor het kleurenbereik weergegeven.

  32. Proxystatus

    Weergave Betekenis
    Proxy-opname aan
    Proxy-opname

    (knippert)
    Proxy-opname niet gereed
    Proxy-segmentopname aan
    Proxy-segmentopname

    (knippert)
    Proxy- segmentopname niet gereed
  33. Indicator opname-indeling (codec)

    Geeft de naam weer van de opname-indeling op de geheugenkaarten.

  34. Indicator opname-indeling (beeldsnelheid en scanmethode)
  35. Indicator opname-indeling (beeldgrootte)

    Geeft de beeldgrootte weer voor opname op de geheugenkaarten.

  36. Knop Stop AF-volgen in echttijd

Informatie die wordt weergegeven op het scherm tijdens afspelen

De volgende informatie wordt geprojecteerd op het afspeelbeeld.

Afspeelscherm

  1. Netwerkstatus
  2. Voortgang uploaden/resterende bestanden
  3. Clipnummer/totaal aantal clips
  4. Afspeelstatus
  5. Afspeelindeling (beeldsnelheid en scanmethode)
  6. Streamingsstatus
  7. Bitrate

    Toont de bitrate voor SRT-streaming wanneer [ARC] is ingesteld op [On]. Het scherm knippert als de bitrate lager is dan de waarde die is ingesteld door de ARC-functie.

  8. Afspeelindeling (beeldformaat)
  9. Resterende accucapaciteit/DC IN-voltage
  10. Afspeelindeling (codec)
  11. Geheugenkaart

    Er verschijnt een (Beveiligd)-pictogram als de geheugenkaart schrijfbeveiligd is.

  12. Tijdgegevens
  13. Clipnaam
  14. Gammaweergave-assistent

    In de [Custom]-opnamemodus wordt de status van de gammaweergave-assistent weergegeven.

    In de log-opnamemodus wordt de toegepaste monitor-LUT weergegeven.

  15. Audioniveaumeter

    Geeft het audio-afspeelniveau weer.

  16. Afspeelclip opnamegamma

    Geeft het opnamegamma weer als de afspeelclip is opgenomen met [HLG] of [S-Log3].

Pictogrammen

Netwerkverbindingspictogrammen

Als een pictogram knippert, druk dan op de knop NETWORK om de status te controleren op het statusscherm [Network].

Voor nadere informatie, raadpleeg "Verbinding maken met "Monitor & Control"", "Verbinding met internet maken via draadloos LAN", "Verbinding met het internet maken via USB-tethering" en "Verbinding met het internet maken via bekabeld LAN".

Netwerkmodus Verbindingsstatus Pictogram
Toegangspuntmodus Werkend als toegangspunt
Toegangspunt fout (Pictogram knippert)
Stationmodus Wifi verbonden
Wifi-signaalsterkte (4 niveaus)
Wifi ontkoppeld (ook bij het tot stand brengen van een verbinding) (Pictogram knippert)
Wifi verbindingsfout (Pictogram knippert)
Bekabeld LAN Bekabeld LAN aangesloten
Bekabeld LAN losgekoppeld (Pictogram knippert)
Fout bekabeld LAN (Pictogram knippert)
USB-tethering USB-tethering verbonden
USB-tethering losgekoppeld (Pictogram knippert)
USB-tetheringfout (Pictogram knippert)
Bluetooth Bluetooth-functie aan

Pictogrammen UWP-D-serie

Verzendingsstatus Ontvangststatus Pictogram
Uitgeschakeld Geen ontvangst
Normale verzendingsstatus Ontvangend
(Signaalsterkte-indicator met 4 niveaus)
Dempingsstatus Ontvangen (gedempt)
Waarschuwingsstatus resterende accucapaciteit Ontvangend
(Pictogram knippert)
Dempen en waarschuwingsstatus resterende accucapaciteit Ontvangend
(Pictogram knippert)
TP1001680708