Objectiefsteun

In dit onderwerp worden de locatie en de functie beschreven van de onderdelen van de objectiefsteun van het apparaat.

Hint

  • In deze beschrijving wordt verwezen naar de illustratie van het apparaat zonder bevestigd objectief.

  1. Objectiefsteunstaaf (2)

    Ondersteunt het objectief.

    Kan ook worden gebruikt om algemene staafhulpstukken Ø15 te bevestigen.

  2. Objectiefsteuneenheid

    De objectiefsteun kan naar voren en achteren worden geschoven, afhankelijk van het objectief, en dan vastgezet.

  3. Bevestigingsschroef objectiefsteunvoet

    Bevestig deze op de objectiefsteunvoet. U kunt de schroef omhoog/omlaag verplaatsen zodat hij past bij de hoogte van de objectiefsteunvoet.

  4. Objectiefsteun-penklemhendel (2 posities)

    Zet de voorwaartse/achterwaartse positie van het objectief vast.

  5. Klemhendel bevestigingsschroef objectiefsteunvoet

    Zet de verticale positie van de bevestigingsschroef van de objectiefsteunvoet vast.

    Hint

    • Als de klemhendel in een stand staat waarbij hij moeilijk draaibaar is, maak dan de klemhendel los en draai hem naar een stand die makkelijker te gebruiken is. Wanneer de gewenste stand is bereikt, sluit u de klemhendel.

      A: klemhendel bevestigingsschroef objectiefsteunvoet

      B: pen klemhendel objectiefsteun

    Opmerking

    • Om te voorkomen dat de objectiefsteunvoet het zwenken/kantelen hindert, verplaatst u de objectiefsteuneenheid naar boven tegen de camerakop wanneer u de objectiefsteuneenheid niet gebruikt en verplaatst u de bevestigingsschroef van de objectiefsteunvoet naar de hoogste stand (dichtstbij het objectief).