Een reeks tekens invoeren
Als u een onderdeel selecteert waarvoor tekens moeten worden ingevoerd, zoals een bestandsnaam, verschijnt het tekeninvoerscherm.
-
Druk op de pijlknoppen in het GUI-bedieningspaneel om het teken te selecteren en pas de instelling toe.
[ABC]: hoofdletters
[abc]: kleine letters
[123]: cijfers
[!#$]: speciale tekens
-
Selecteer een teken en druk op de knop [Set] om de instelling toe te passen.
De cursor gaat naar het volgende veld.
[Space]: voert een spatie in op de cursorpositie.
[←] [→]: verplaatst de positie van de cursor.
[BS]: verwijdert het teken links van de cursor (backspace).
-
Als u klaar bent, drukt u op de knop [Done] om de instelling toe te passen.
De tekenreeks is bevestigd en het tekeninvoerscherm verdwijnt.