Handmatig aanpassen in variabele modus

U kunt handmatige belichtingsaanpassing met het ND-filter inschakelen.

  1. Stel [Shooting] > [ND Filter] > [Mode] in op [Variable] in het cameramenu.
  2. Druk op de knop [ND Filter] in het basisconfiguratiepaneel van de camera.

    Het kader van de knop [ND Filter] krijgt een oranje kleur.

    Het aanpassingspaneel ND Filter verschijnt.

  3. Druk op de knop [ND Filter] en selecteer [Manual] in de lijst.

  4. Pas de lichtdoorlatendheid van het ND-filter aan met de schuifbalk [ND Filter] of de aanpassingsknoppen [ND Filter].

    Hint

    • De schuifbalk en de aanpassingsknoppen zijn gekoppeld.
    • U kunt het ND-filter ook aanpassen op het tabblad (Main) in het camerabedieningspaneel.

Tijdelijk automatisch aanpassen

U kunt [Push Auto ND] aan een toewijsbare knop toewijzen en tijdelijk Auto ND Filter inschakelen terwijl de knop is ingedrukt. Door de knop los te laten schakelt u Auto ND Filter weer uit.

Stel het ND-filter in op [Manual].

Opmerking

  • Als het ND-filter wordt overgeschakeld van of naar [Clear] tijdens het filmen, wordt het ND-filterkader weergegeven in het beeld en wordt een bedieningsgeluid weergegeven.

Hint

  • U kunt ook [ND Filter Position] toewijzen aan een toewijsbare knop en de knop indrukken om te schakelen tussen [Manual] en [Clear].
  • U kunt ook op de knop [Push Auto] drukken in het aanpassingspaneel ND Filter om het automatische ND-filter aan te passen zolang de knop wordt ingedrukt.