De structuur van het gemeenschappelijke deel van de schermen

In dit onderwerp wordt de structuur van het gemeenschappelijke deel van de schermen beschreven.

  1. Cameranaam

    Geeft de naam van de camera weer.

    U kunt de naam wijzigen met [Network] > [Camera Name] in het webmenu.

    De achtergrondkleur wijzigt in overeenstemming met het externe tallysignaal.

  2. Aan-uitschakelaar

    Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, wordt een vinkje geplaatst in [Power ON] in het schakelaarmenu.

    U kunt op de aan-uitschakelaar drukken en [Power Standby] selecteren in het schakelaarmenu om de voeding van het apparaat in stand-bystand te zetten.

    In de stand-bymodus verschijnt het volgende scherm.

    Om de stroom opnieuw in te schakelen, drukt u op de aan-uitschakelaar en selecteert u [Power ON] in het schakelaarmenu.

  3. Schakeltabbladen van het bedieningsscherm

    Druk op een tabblad om het bijbehorende bedieningsscherm weer te geven.

    Tabblad [Live]: geeft het live-bedieningsscherm weer.

    Tabblad [PTZ AFR Settings]: geeft het instellingenscherm voor automatische kadrering van PTZ weer.

    Tabblad [Playback]: geeft het afspeel-bedieningsscherm weer.

    Tabblad [Settings]: geeft het instellingenvenster (webmenu) weer.

  4. PoE++-indicator, waarschuwing voor abnormale temperatuur

    PoE++ wordt weergegeven wanneer op een PoE++-bron aangesloten. Als er een abnormale temperatuur optreedt, verschijnt de markering (temperatuurwaarschuwing).

  5. Markering voor meldingen

    Wanneer er een melding binnenkomt, verandert de markering zoals hieronder weergegeven.

    (Meldingen aan)

    Voer de noodzakelijke handeling uit volgens de melding die wordt weergegeven in het camerabeeldpaneel.

    Opmerking

    • Meldingen worden niet weergegeven als [Monitoring] > [Output Display] > [HDMI/Stream] is ingesteld op [Off] in het webmenu. Stel dit in op [On] om de inhoud van meldingen te kunnen lezen.
  6. Knop (Camerastatus)

    Druk op deze knop om informatie over het opgeslagen camerabeeld / het beelduitvoersignaal, informatie over het objectief en de status van de objectiefcontroller (optioneel) weer te geven in een apart venster.

    Wanneer een melding verschijnt die te maken heeft met de objectiefcontroller (optioneel), wijzigt de indicatie als hieronder weergegeven.

  7. Schermvergrendelingsschakelaar

    (Bediening ontgrendeld): zet de schakelaar in de linkerpositie om acties in het live-bedieningsscherm en het afspeel-bedieningsscherm uit te kunnen voeren.

    (Bediening vergrendeld): zet de schakelaar in de rechterpositie om acties in het live-bedieningsscherm en het afspeel-bedieningsscherm te vergrendelen. Zo voorkomt u per ongeluk bedienen.