Het bokeh-niveau aanpassen

Pas de instellingen bij de stappen 2 t/m 4 aan zoals gewenst.

  1. Stel de bokeh-regelfunctie in op On.
  2. Open het diafragma volledig.
  3. Stel het ND-filter in op 1/128.
  4. Stel de versterking in op 0 dB en gebruik verlichting om de juiste belichting te krijgen.
  5. Past de scherpstelling aan.
  6. Pas het diafragma aan.

    Het bokeh-niveau verandert.

Opmerking

  • Hoe dit eruit ziet, hangt af van de gebruikssnelheid, objectief, opname-instellingen en het onderwerp; ook de helderheid kan veranderen. U kunt het beste eerst een cameratest uitvoeren voor u gaat opnemen.
  • De helderheid kan veranderen wanneer de richting van het diafragmagebruik wijzigt, bijvoorbeeld wanneer u het diafragma opent nadat u het eerder had gesloten of wanneer u het diafragma sluit na het te openen. In dat geval past u iets verder aan dan nodig en neemt u vervolgens iets terug. Controleer de helderheid en begin dan met opnemen. Als u bijvoorbeeld het diafragma wilt openen naar F8 en de achtergrond wilt vervagen, open dan het diafragma eerst verder dan F8 en neem vervolgens terug tot F8. Controleer vervolgens de helderheid en begin met opnemen.
  • Voer bedieningsfuncties aan de bokeh langzaam uit. Als u sneller wilt werken, probeer dan geleidelijk aan te passen terwijl u de wijzigingen in het beeld in de gaten houdt.

Hint

  • Wanneer de bokeh-regelfunctie is ingesteld op On, werken het ND-filter en de versterking samen en compenseren ze wijzigingen in de belichting door aanpassing van het diafragma. Zo kunt u het bokeh-niveau aanpassen.
  • De Bokeh Control wordt eerst gekoppeld aan het ND-filter in reactie op het gebruik van het diafragma. Wanneer het ND-filter niet meer gewijzigd kan worden, wordt de versterking gekoppeld.
  • In MF-modus kunt u het beste eerst het diafragma openen en vervolgens scherpstellen.
  • Wanneer u het automatische ND-filter gebruikt in plaats van de functie Bokeh Control, volgt het ND-filter de wijzigingen in helderheid van het onderwerp.

Weergave tijdens koppelen van versterking

Wanneer de bokeh-regelfunctie is ingesteld op On, kan de versterking wijzigen als het diafragma wordt aangepast.

Wanneer de versterking is gekoppeld en deze wijzigt, verschijnt er een melding bovenin het scherm en knippert het pictogram  (B) op de versterkingsindicator.