De objectiefschakelaars controleren

De volgende controles en instellingen zijn vereist, afhankelijk van het type objectief.

Voor een objectief met een scherpstelmodusschakelaar

Zet de schakelaar op AF/MF of AF.

Als de schakelaar is ingesteld op MF of Full MF, kan de scherpstelling alleen worden aangepast met de objectiefring.

Opmerking

  • Bij gebruik van een objectief met A-bevestiging is handmatige aanpassing vanaf een afstandsbediening mogelijk niet beschikbaar.

Voor een objectief met een zoomschakelaar

Zet de schakelaar op SERVO.

Als de schakelaar op MANUAL staat, kan de zoom alleen worden aangepast met de zoomring. Zoomen vanaf het apparaat heeft geen effect.

Voor een objectief met een auto-diafragmaschakelaar

Zet de schakelaar op AUTO.

Als de schakelaar niet op AUTO staat, kan het diafragma alleen worden aangepast met de objectiefring. Bediening van het diafragma vanaf het apparaat heeft geen effect.

Voor een objectief met een beeldstabilisatieschakelaar

Zet de schakelaar op OFF.

Als de schakelaar op ON staat, kan onverwacht gedrag optreden wanneer u zwenk-/kantelacties uitvoert.

SELP28135G

A: beweeg de scherpstelring naar de voorste stand (AF-/MF-modus).

B: zet de schakelaar ZOOM in de stand SERVO.

C: zet de objectiefring in de stand "A" en de schakelaar IRIS LOCK in de stand LOCK.

D: zet de beeldstabilisatieschakelaar op OFF.