Het diafragma handmatig aanpassen
U kunt de helderheid handmatig aanpassen.
-
Als er een objectief is bevestigd met een Auto Iris-schakelaar, zet de schakelaar dan op AUTO.
Opmerking
- Als de schakelaar Auto Iris van het objectief is ingesteld op MANUAL, hebben de functies [Auto Iris] en [Push Auto Iris] van het apparaat geen effect. Handmatige aanpassingen van het diafragma op het apparaat hebben ook geen effect.
-
Druk op de knop [Iris] in het basisconfiguratiepaneel van de camera.
Het kader van de knop [Iris] krijgt een oranje kleur.
Het aanpassingspaneel Iris verschijnt.
-
Schuif de schakelaar [Auto] naar links om dit uit te schakelen.
Het diafragma schakelt over naar handmatige aanpassingsmodus.
-
Pas het diafragma aan met de schuifbalk [Iris] of met de aanpassingsknoppen [Iris].
Hint
- De schuifbalk en de aanpassingsknoppen zijn gekoppeld.
- U kunt het diafragma ook toewijzen aan de schuifbalk op het tabblad (Main) in het camerabedieningspaneel.
Het diafragma tijdelijk automatisch aanpassen
U kunt ook op de knop [Push Auto] drukken in het aanpassingspaneel Iris om het diafragma automatisch aan te passen zolang de knop wordt ingedrukt.
Hint
- Druk op een toewijsbare knop waaraan de functie [Push Auto Iris] is toegewezen om de diafragma automatisch aan te passen zolang de knop wordt ingedrukt.
Het diafragma gaat terug naar handmatige modus als u de knop loslaat.