Interchangeable Lens Digital CameraILME-FR7 / ILME-FR7K

Hiermee stelt u in welke functies worden toegewezen aan de toewijsbare knoppen (<1> t/m <9>) en [Focus Hold Button].

De volgende functies kunnen worden toegewezen.

[Off]: geen functie toegewezen.

[Base ISO/Sensitivity]: schakelt de basisgevoeligheid van de beeldsensor om.

[AGC]: schakelt de AGC-functie in of uit.

[Push AGC]: schakelt de functie AGC in zolang de knop wordt ingedrukt.

[ND Filter]

• In variabele modus: past de lichtdoorlatendheid van het ND-filter aan. Houd de knop ingedrukt om te schakelen tussen Clear/Manual/Auto.
• In voorkeuzemodus: houd ingedrukt om te schakelen tussen voorkeuzes.

[ND Filter Position]: schakelt ND-filters om.

[Auto ND Filter]: schakelt de automatische ND-filterfunctie in en uit.

[Push Auto ND]: schakelt de automatische ND-filterfunctie in zolang de knop wordt ingedrukt.

[Auto Iris]: schakelt de diafragmafunctie in of uit.

[Push Auto Iris]: schakelt de automatische diafragmafunctie in zolang de knop wordt ingedrukt.

[Bokeh Control]: schakelt de bokeh-regelfunctie in en uit.

[Auto Shutter]: schakelt de automatische sluiterfunctie in of uit.

[AE Level/Mode]: past het AE-niveau aan. Houd de knop ingedrukt om de AE-modus te schakelen.

[Backlight]: schakelt tussen Backlight en Standard.

[Spotlight]: schakelt tussen Spotlight en Standard.

[Preset White Select]: schakelt de voorkeuzemodus van de witbalanswaarde om.

[ATW]: schakelt de ATW-functie in of uit.

[ATW Hold]: pauzeert werking van de functie ATW.

[AF Speed/Sens.]: schakelt de AF-overgangssnelheid en de gevoeligheid van de AF-onderwerpverplaatsing om.

[Focus Setting]: stelt het scherpstellingsgebied in.

[Face/Eye Detection AF]: schakelt de AF-instellingen voor gezichts-/ogendetectie om.

[Push AF Mode]: schakelt de modusinstelling om voor automatische scherpstelling door knop indrukken.

[Push AF/MF]: activeert AF in de modus MF-scherpstelling zolang de knop wordt ingedrukt. Activeert MF in de modus AF-scherpstelling zolang de knop wordt ingedrukt.

[Focus Hold]: in de modus AF-scherpstelling wordt de scherpstelling vastgezet zolang deze knop is ingedrukt.

[S&Q Motion]: schakelt de functie Slow & Quick motion in of uit. Stelt de opnamebeeldsnelheid in bij indrukken en vasthouden.

[LUT On/Off]: schakelt de LUT-functie in of uit. Het schakeldoel wordt ingesteld met [Shooting] > [LUT On/Off] > [LUT On/Off Button Target].

[SteadyShot]: schakelt tussen Active, Standard en Off.

[Crop Select]: schakelt de Imager Scan Mode. Schakelen is mogelijk binnen het bereik zonder dat de opname-indeling wordt gewijzigd.

[Rec]: start of stopt de opname.

[Picture Cache Rec]: schakelt de opnamemodus Picture Cache in of uit.

[Rec Review]: schakelt de functie Rec Review in of uit.

[Clip Flag OK]: voert Add OK uit. Druk tweemaal om Delete Clip Flag uit te voeren.

[Clip Flag NG]: voert Add NG uit. Druk tweemaal om Delete Clip Flag uit te voeren.

[Clip Flag Keep]: voert Add KEEP uit. Druk tweemaal om Delete Clip Flag uit te voeren.

[Slot Select]: schakelt tussen de geheugensleuven (A) en (B).

[Color Bars]: schakelt de kleurbalken in of uit.

[DURATION/TC/U-BIT]: schakelt tussen Time Code, Users Bit en Duration.

[Display]: schakelt de schermindicatoren in of uit.

[Lens Info]: schakelt de scherptediepte-indicator om.

[Video Signal Monitor]: schakelt de videosignaalmonitor om (bijvoorbeeld een golfvormmonitor).

[Marker]: schakelt de markeerfunctie in of uit.

[Thumbnail]: opent of sluit het pictogrammenscherm.

[Auto Upload (Proxy)]: schakelt automatische overdracht van proxy-bestanden in of uit.

[Direct Menu]: opent of sluit het directmenu.

[User Menu]: opent of sluit het menu User.