Interchangeable Lens Digital CameraILME-FR7 / ILME-FR7K

Stel de streamindeling in met [Stream] > [Stream] > [Stream Setting] > [Setting] in het cameramenu.

Als [Setting] is ingesteld op [RTSP]

Bij RTSP-streamen kan het beeld van één camera tegelijkertijd worden bekeken door vijf gebruikers.

U kunt twee video-codecmodi instellen.

[Port Number]

Hiermee stelt u het poortnummer in dat voor RTSP-streamen wordt gebruikt. De standaardwaarde is 554.

Wanneer u deze waarde wijzigt, start de RTSP-server opnieuw op.

[Time Out]

Geeft de maximale tijd op van de Keep-Alive-opdracht voor RTSP-streamen. De maximale tijd kan worden ingesteld van 0 seconden tot 600 seconden. De standaardinstelling is 60 seconden.

Wanneer u de instelling 0 seconden kiest, is de Keep-Alive-opdracht niet werkzaam.

[Authentication]

Geeft aan of verificatie vereist is.

[Video Port Number 1], [Video Port Number 2]

Geeft het poortnummer voor beeldgegevenscommunicatie aan dat wordt gebruikt voor RTSP-unicast-streamen. De standaardwaarde voor Video Port Number 1 is 51000. De standaardwaarde voor Video Port Number 2 is 53000. Voer een viercijferig nummer in het bereik van 1024 t/m 65534 in. De waarde die u hier instelt en het daarop volgende oneven nummer dat u verkrijgt door 1 erbij op te tellen, worden de twee poortnummers die worden gebruikt voor beeldgegevenscommunicatie en -regeling.

[Video Port Number 1] en [Video Port Number 2] komen overeen met [Stream] > [Video Stream] > [Video Stream 1] en [Video Stream 2].

[Audio Port Number]

Geeft het poortnummer op voor geluidsgegevenscommunicatie dat wordt gebruikt voor RTSP-unicast-streamen. De standaardwaarde is 57000. Voer een viercijferig nummer in het bereik van 1024 t/m 65534 in. De waarde die u hier instelt en het daarop volgende oneven nummer dat u verkrijgt door 1 erbij op te tellen, worden de twee poortnummers die worden gebruikt voor geluidsgegevenscommunicatie en -regeling.

Als [Setting] is ingesteld op [RTMP]

De video-codecmodus die kan worden gebruikt voor RTMP is alleen H.264. Wilt u RTMP gebruiken, dan moet [Stream] > [Audio Stream] worden ingesteld op [On] in het webmenu.

[Server URL]

Hiermee stelt u het doeladres voor het uploaden in. Geef een tekenreeks op die begint met "rtmp://" of "rtmps://".

[Stream Key]

Voer de streamsleutel in die u hebt gekregen van de website die u gebruikt. Wanneer u op de knop [Clear] drukt, wist u de invoer.

[Root Certificate]

Hiermee importeert u het basiscertificaat voor streamen met het RTMPS-protocol. Druk op de knop [Load] en selecteer een basiscertificaat om het basiscertificaat te importeren. Druk op de knop [OK] in het dialoogvenster voor bestandskeuze om het geselecteerde bestand naar het apparaat te importeren. Als er een geïmporteerd basiscertificaat in het apparaat bestaat, wordt het basiscertificaat bijgewerkt. Wilt u een geïmporteerd basiscertificaat verwijderen, druk dan op de knop [Delete] in het instelscherm. De status van het basiscertificaat wordt weergegeven bij [Root Certificate Status].

Als [Setting] is ingesteld op [SRT-Caller] of [SRT-Listener]

De video-codecmodus is alleen H.264.

[Destination]

Wordt weergegeven wanneer de streammodus is ingesteld op [SRT-Caller]. Hiermee stelt u het doeladres van de verbinding in.

[Port Number]

Wordt weergegeven wanneer de streammodus is ingesteld op [SRT-Listener]. Hiermee stelt u het poortnummer in waarop wordt geluisterd. De standaardwaarde is 4201.

[Latency]

Stelt de vertragingstijd in tussen 20 ms en 8000 ms. De standaardwaarde is 120.

[TTL]

Hiermee stelt u de TTL-waarde in tussen 1 en 255. De standaardwaarde is 64.

[Encryption]

Hiermee selecteert u de versleutelingsmethode. Selecteer Off, AES128 of AES256. De standaardwaarde is Off.

[Passphrase]

Stelt het wachtwoord in voor de versleuteling. Wanneer u op de knop [Clear] drukt, stelt u het geconfigureerde wachtwoord terug.

[ARC]

Wilt u de functie Adaptive Rate Control inschakelen, stel dit dan in op On.

Wanneer de functie Adaptive Rate Control is ingeschakeld, kunnen onderbrekingen in het beeld door opstopping in de communicatielijn worden verminderd.

Als [Setting] is ingesteld op [NDI|HX]

Het apparaat voldoet aan NDI|HX versie 2 van NewTek.

Wilt u NDI|HX gebruiken, dan moet u een licentie kopen.

Een licentie kopen

Koop een licentie op het volgende adres van NewTek.

https://www.newtek.com/ndihx/products/upgrade/

[License]

Geeft de licentiegegevens weer wanneer een licentie is ingeschakeld.

[Source Name]

Geeft de bronnaam weer.

[Group]

Wilt u de groeperingsfunctie voor NDI inschakelen, stel dit dan in op On.

[Group Name]: stelt de NDI groepsnaam in. U kunt meerdere instellingen configureren, gescheiden door een komma.

[Discovery Server 1], [Discovery Server 2]

Stelt NDI-ontdekkingsserver 1 en NDI-ontdekkingsserver 2 in.

[Reliable UDP Mode]

Wilt u de modus Reliable UDP inschakelen, stel dit dan in op On.

[Multicast Mode]

Wilt u multicast-streamen inschakelen, stel dit dan in op On.

[Multicast Prefix]: stelt het voorvoegsel in voor multicast-streamen.

[Multicast Netmask]: stelt het netmasker in dat het adresbereik voor multicast bepaalt.

[Multicast TTL]: hiermee stelt u de TTL-waarde voor multicast-streamen in tussen 1 en 256. De standaardwaarde is 3.

[Multi-TCP Mode]

Wilt u de modus Multi-TCP inschakelen, stel dit dan in op On.

[Unicast UDP Mode]

Wilt u de modus Unicast UDP inschakelen, stel dit dan in op On.

Over diensten en software van derden

Er kunnen verschillende gebruiksvoorwaarden van toepassing zijn.

• De levering van diensten en software-updates kan zonder aankondiging worden onderbroken of beëindigd.
• De beschrijving van diensten en software kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
• Apart registreren en abonneren kan vereist zijn.

Sony is niet aansprakelijk voor aanspraken door gebruikers of derden in verband met diensten en software van andere bedrijven.