Een objectief bevestigen

In dit onderwerp wordt beschreven hoe een objectief met E-bevestiging of A-bevestiging bevestigt.

Opmerking

  • Vervoer het apparaat niet met het objectief er nog op.
  • Bij gebruik van een objectief met A-bevestiging wordt het diafragma handmatig ingesteld en is de scherpstelling ingesteld op MF.
  1. Schuif de zwenk-/kantelvergrendeling in de stand LOCK om zwenken/kantelen van de camerakop te vergrendelen.

    Opmerking

    • Als de zwenk-/kantelfunctie van de camerakop niet is vergrendeld wanneer de grendel in de stand LOCK staat, beweeg de camerakop dan met de hand totdat hij ingrendelt.
  2. Draai de klemhendel voor de bevestigingsschroef van de objectiefsteunvoet linksom om de vergrendeling los te maken. Beweeg dan de bevestigingsschroef van de objectiefsteunvoet naar een stand die het objectief niet hindert.

    A: goed

    B: fout

  3. Draai de camerakopgrendel in de richting van de pijl om de camerakop te ontgrendelen.

    Opmerking

    • Totdat u de camerakop weer vergrendelt, kan de camerakop per ongeluk bewegen door zijn eigen gewicht. Ondersteun de camerakop met uw hand terwijl u deze actie uitvoert.
  4. Schuif de camerakop naar de voorste stand.

  5. Draai de camerakopgrendel in de richting van de pijl om de camerakop te vergrendelen.

    Opmerking

    • Zorg ervoor dat de vergrendelingsbeugel voor de camerakop niet in contact komt met andere onderdelen zodat het kantelen niet wordt beïnvloed.
  6. Verwijder de kap en de dop van het apparaat en het objectief.
  7. Lijn de objectiefmontagemarkering (wit) uit met het apparaat en schuif het objectief voorzichtig in de camerakop. Draai dan het objectief rechtsom totdat het in de grendelpositie klikt.

    A: montagemarkeringen (wit)

    Opmerking

    • Om een objectief met A-bevestiging te gebruiken, bevestigt u een objectiefadapter (optioneel) op het apparaat en bevestigt u vervolgens het objectief met A-bevestiging.
  8. Draai de camerakopgrendel in de richting van de pijl om de camerakop te ontgrendelen.

    Opmerking

    • Totdat u de camerakop weer vergrendelt, kan de camerakop per ongeluk bewegen door zijn eigen gewicht. Ondersteun de camerakop met uw hand terwijl u deze actie uitvoert.
  9. Houd de voorwaartse/achterwaartse balans van de camerakop goed zodat de schuifvoet horizontaal staat.

    Als u een van de volgende objectieven gebruikt, kunt u het apparaat en objectief grofweg uitbalanceren met de schaal op de schuifvoet.

    Schaalpositie Naam objectief
    0,5 SEL70200GM (met SEL20TC bevestigd)
    1,7 SEL70200GM
    2,0 SEL70200GM2 (met SEL20TC bevestigd)
    3,0 SELP28135G, SEL70200GM2
    3,5 SELP18110G
    3,6 SELC1635G
    4,3 SEL70200G
    5,0 of hoger SEL1224GM, SEL1635GM, SELP1635G, SELP18105G, SELP1020G

    Opmerking

    • Gebruik de schaal op de schuifvoet als referentie voor een grove balans.
    • Wanneer u het objectief bevestigt, past u de balans zo aan dat het apparaat niet heen en weer kan bewegen.
    • Pas de balans aan op een horizontaal oppervlak.
    • Verwijder de objectiefsteunvoet wanneer u de SELC1635G gebruikt.
  10. Draai de camerakopgrendel in de richting van de pijl om de camerakop te vergrendelen.

    Opmerking

    • Zorg ervoor dat de vergrendelingsbeugel voor de camerakop niet in contact komt met andere onderdelen zodat het kantelen niet wordt beïnvloed.
      Zo controleert u dit: schuif de zwenk-/kantelvergrendeling naar de stand UNLOCK, draai het camerablok met de hand zodat het naar boven wijst en controleer visueel dat het geen contact maakt met andere onderdelen. Als er wel contact is, draai dan de vergrendelingsbeugel voor de camerakop nogmaals in de richting van de pijl.
  11. Draai de klemhendels voor de objectiefsteun linksom om de objectiefsteuneenheid los te maken.

    A: objectiefsteun-penklemhendel (2 posities)

    B: objectiefsteuneenheid

  12. Verplaats de objectiefsteuneenheid zo dat de objectiefsteunvoet gelijk staat met de bevestigingsschroef van de objectiefsteunvoet en draai dan de schroef rechtsom om de objectiefsteunvoet vast te zetten.

    Opmerking

    • Zorg ervoor dat de objectiefsteunvoet loodrecht boven de bevestigingsschroef van de objectiefsteunvoet staat en zet hem dan vast.
  13. Draai de klemhendel voor de bevestigingsschroef van de objectiefsteunvoet rechtsom om de bevestigingsschroef van de objectiefsteunvoet vast te zetten.

    A: bevestigingsschroef objectiefsteunvoet

    B: gat bevestigingsschroef

    C: klemhendel bevestigingsschroef objectiefsteunvoet

    Hint

    • Als de klemhendel in een stand staat waarbij hij moeilijk draaibaar is, maak dan de klemhendel los en draai hem naar een stand die makkelijker te gebruiken is. Wanneer de gewenste stand is bereikt, sluit u de klemhendel.

    A: klemhendel bevestigingsschroef objectiefsteunvoet

    B: pen klemhendel objectiefsteun

  14. Draai de twee penklemhendels voor de objectiefsteun rechtsom om de objectiefsteuneenheid vast te zetten.
  15. Controleer dat beide hendels vastzitten en niet los, dat het objectief correct is bevestigd en dat de objectiefschakelaars correct zijn ingesteld.
    • Als een hendel los zit of als het objectief niet correct is bevestigd, kan het objectief vallen en beschadigd raken.
    • Wanneer u een power-zoomobjectief met E-bevestiging gebruikt, moet het objectief apart worden gekalibreerd om de zoomposities die in de camera zijn opgeslagen als voorkeuzes correct te kunnen herstellen. Voor nadere informatie raadpleegt u "Een objectief met E-bevestiging kalibreren".