TTL-flitsfotografie <TTL>

In de TTL-flitsstand wordt het door het onderwerp gereflecteerde licht gemeten door de lens van de camera. TTL-meting kan ook worden uitgevoerd als de P-TTL-meetfunctie, waarbij er een voorflits wordt toegevoegd aan de TTL-meting, en als de ADI-meetfunctie, waarin afstandsgegevens worden toegevoegd aan de P-TTL-meting.

Opmerking

  • ADI-meting is mogelijk in combinatie met een lens met een ingebouwde afstandsencoder. Voor u de ADI-meting kunt gebruiken, moet u controleren of uw lens voorzien is van een ingebouwde afstandsencoder aan de hand van de technische gegevens in de gebruiksaanwijzing van uw lens.

  1. Druk op de MODE-knop, draai aan het besturingswiel en selecteer [TTL].

  2. Druk de sluiterknop in om een foto te nemen.
    • Wanneer de TEST-knop oranje oplicht (klaar om te flitsen), kunt u de sluiterknop van de camera indrukken.

    • HVL-F60RM/HVL-F60RM2: U kunt op de LEVEL -/+ knop drukken om de flitscompensatiewaarde te veranderen (het flitssterkteniveau aan te passen).

      HVL-F46RM: U kunt op de +/- knop drukken om de flitscompensatie te veranderen (het flitssterkteniveau aan te passen) op het scherm voor het instellen van de flitscompensatie.

    • Bij TTL-flitsfotografie zal het flitsbereik waarbinnen een correcte belichting mogelijk is met TTL-compensatie worden aangegeven op het LCD-scherm. Het flitsbereik kan worden weergegeven in meters (m) of in feet (ft.). Om de eenheid voor het flitsbereik te veranderen, moet u [m/ft] op het MENU-scherm gebruiken.

      [m]: Geeft het flitsbereik weer in meters.

      [ft]: Geeft het flitsbereik weer in feet (voeten).

    • U kunt het flitssterkteniveau instellen in stappen van 0,3 EV of 0,5 EV. Om de instelstap voor het flitssterkteniveau te veranderen, moet u [LEVEL STEP] op het MENU-scherm gebruiken.

      [0.3 EV]: De instelling van het flitssterkteniveau zal gebeuren in stappen van 0,3 EV.

      [0.5 EV]: De instelling van het flitssterkteniveau zal gebeuren in stappen van 0,5 EV.

Automatische WB-regeling met kleurtemperatuurinformatie

De witbalans wordt automatisch geregeld op de camera (behalve voor de DSLR-A100) op basis van de kleurtemperatuurinformatie op het moment dat de flits afgaat.

Opmerking

  • De Auto WB-regeling werkt wanneer:

    • deze flitser op de camera is bevestigd en in de TTL-flitsstand wordt gebruikt.

    • [Auto] of [Flash] is ingesteld voor de witbalans op de camera.

Opmerkingen over TTL-flitsfotografie

  • Neem foto's binnen het aangegeven flitsbereik.

    Deze flitser kan afstanden aangeven binnen een bereik van 0,7 m t/m 28 m. Als de afstand buiten dit bereik valt, zal naast de flitsbereikindicator of oplichten.

  • Om de invulflitsstand of de automatische flitsstand van de camera te gebruiken, moet u deze stand selecteren op de camera.

  • Voor u gaat fotograferen met de flitser en de zelfontspanner van de camera, moet u controleren of de TEST-knop brandt.

  • Als er zowel op de flitser als op de camera flitscompensatie wordt ingesteld, worden beide waarden bij elkaar opgeteld wanneer de flitser afgaat. Op het LCD-scherm van de flitser wordt echter alleen de compensatiewaarde aangegeven die op de flitser zelf is ingesteld.