AF met sluiter (stilstaand beeld)

Selecteert of automatisch wordt scherpgesteld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Selecteer [Uit] om de scherpstelling en belichting afzonderlijk in te stellen.

  1. MENU(Camera- instellingen1) → [AF met sluiter] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Aan:
De automatische scherpstellingsfunctie treedt in werking wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt.
Uit:
De automatische scherpstellingsfunctie treedt niet in werking, ondanks dat u de ontspanknop tot halverwege indrukt.


Handige methode voor nauwkeurig scherpstellen

Wanneer een lens met een A-vatting is bevestigd, en door de automatische scherpstellingsfunctie in te schakelen met een andere knop dan de ontspanknop, is het mogelijk nauwkeuriger scherp te stellen in combinatie met handmatig scherpstellen.

  1. Stel [AF met sluiter] in op [Uit].
  2. MENU (Camera- instellingen2) → [Eigen toets] of [Eigen toets] → wijs de functies [AF aan] en [Scherpst. vergroten] toe aan de gewenste knoppen.
  3. Druk op de knop waaraan de functie [AF aan] is toegewezen.
  4. Druk op de knop waaraan de functie [Scherpst. vergroten] is toegewezen en draai vervolgens aan de scherpstelring om nauwkeurig scherp te stellen.
  5. Druk de ontspanknop helemaal in om het beeld op te nemen.