SteadyShot (bewegende beelden)

Stelt het [SteadyShot]-effect in bij het opnemen van bewegende beelden. Bij gebruik van een statief (los verkrijgbaar), zal het instellen van [SteadyShot] op [Uit] leiden tot een natuurlijker beeld.

  1. MENU (Camera- instellingen2) → [SteadyShot] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Actief:
Hiermee krijgt u een krachtiger SteadyShot-effect dan met de elektronische SteadyShot.
Standaard:
Geeft een SteadyShot-effect met behulp van SteadyShot aan de kant van de lens. Gebruik deze instelling tijdens het opnemen van bewegende beelden onder stabiele omstandigheden.
Uit:
Gebruikt [SteadyShot] niet.

Opmerking

  • Als u [SteadyShot] instelt op [Actief], zal de kijkhoek smaller zijn. Wij raden u aan [SteadyShot] in te stellen op [Standaard] wanneer de brandpuntsafstand 200 mm of meer is.
  • Wanneer een lens zonder een SteadyShot-mechanisme is bevestigd, kan [Standaard] niet worden geselecteerd.
  • Als u van plan bent de beeldstabilisatiefunctie van de smartphone-applicatie Movie Edit add-on of de desktop-applicatie Catalyst te gebruiken, stelt u [SteadyShot] in op [Actief] of [Uit] op de camera.
  • Het SteadyShot-effect is afhankelijk van de bevestigde lens.