ISO-instelling: ISO

De gevoeligheid voor licht wordt uitgedrukt in de ISO-waarde (aanbevolen-belichtingsindex). Hoe hoger de waarde, hoe hoger de gevoeligheid is.

  1. MENU (Camera- instellingen1) → [ISO-instelling][ISO] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

NR Multi Frame:
Combineert continue opnamen en maakt een beeld met minder ruis. Druk op de rechterkant om het instelscherm af te beelden, en selecteer daarna de gewenste waarde met behulp van de boven-/onderkant van het besturingswiel.
Selecteer de gewenste ISO-waarde uit ISO AUTO of ISO 100 – ISO 25600.
ISO AUTO:
Stelt automatisch de ISO-gevoeligheid in.
ISO 64 – ISO 12800:
Stelt handmatig de ISO-gevoeligheid in. Door een hogere waarde te selecteren, wordt de ISO-gevoeligheid verhoogd.

Hint

  • U kunt het bereik van de ISO-gevoeligheid veranderen dat automatisch wordt ingesteld in de functie [ISO AUTO]. Selecteer [ISO AUTO] en druk op de rechterkant van het besturingswiel, en stel daarna de gewenste waarden in voor [ISO AUTO maximum] en [ISO AUTO minimum].De waarden worden ook toegepast bij het opnemen in de functie [ISO AUTO] onder [NR Multi Frame].
  • U kunt het effectniveau voor ruisonderdrukking instellen door [NR-effect] te selecteren onder [NR Multi Frame].

Opmerking

  • Als [Bestandsindeling] is ingesteld op [RAW] of [RAW en JPEG], kan [NR Multi Frame] niet worden geselecteerd.
  • Als [NR Multi Frame] is geselecteerd, kan de flitser, [D.-bereikopt.] of [Auto HDR] niet worden gebruikt.
  • Als [Beeldprofiel] is ingesteld op iets anders dan [Uit], kan [NR Multi Frame] niet worden geselecteerd.
  • Als [Foto-effect] is ingesteld op iets anders dan [Uit], kan [NR Multi Frame] niet worden geselecteerd.
  • [ISO AUTO] wordt geselecteerd bij gebruik van de volgende functies:
    • [Slim automatisch]
    • [Superieur automat.]
    • [Scènekeuze]
    • [Panorama d. beweg.]
  • Als de ISO-gevoeligheid is ingesteld op een lagere waarde dan ISO 100, kan het bereik waarbij een onderwerp helder kan worden opgenomen (het dynamisch bereik) kleiner worden.
  • Hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer ruis zichtbaar wordt op de beelden.
  • De beschikbare ISO-instelwaarden verschillen afhankelijk van of u stilstaande beelden opneemt, bewegende beelden opneemt of HFR gebruikt.
  • ISO-waarden tussen 64 en 6400 zijn beschikbaar in de volgende situaties:
    • [Sluitertype] is ingesteld op [Elektronische sluiter]
    • [Sluitertype] is ingesteld op [Automatisch] en [Transportfunctie] is ingesteld op [Continue opname]
    • [Transportfunctie] is ingesteld op [Enkele burstopname]
  • [NR Multi Frame] is niet beschikbaar in de volgende situaties:
    • [Sluitertype] is ingesteld op [Elektronische sluiter].
    • [Sluitertype] is ingesteld op [Automatisch] en [Transportfunctie] is ingesteld op [Continue opname].
    • [Transportfunctie] is ingesteld op [Enkele burstopname].
  • Bij het opnemen van bewegende beelden zijn ISO-waarden tussen 100 en 12800 beschikbaar. Als de ISO-waarde wordt ingesteld op een lagere waarde dan 100, wordt de instelling automatisch veranderd in 100. Nadat u klaar bent met het opnemen van bewegende beelden, keert de ISO-waarde terug naar de oorspronkelijke instelling.
  • Het beschikbare bereik voor ISO-gevoeligheid varieert afhankelijk van de instelling voor [Gamma] onder [Beeldprofiel].
  • Wanneer u [NR Multi Frame] gebruikt, duurt het enige tijd tot het apparaat klaar is met het uitvoeren van het overlay-proces van de beelden.
  • Als u [ISO AUTO] selecteert terwijl de opnamefunctie is ingesteld op [P], [A], [S] of [M], wordt de ISO-gevoeligheid automatisch ingesteld binnen het ingestelde bereik.