De Fn (functie)-knop gebruiken (functiemenu)
Het functiemenu is een menu met 12 functies dat aan de onderkant van het scherm wordt afgebeeld wanneer u in de opnamefunctie op de Fn (functie)-knop drukt. U hebt sneller toegang tot veel gebruikte functies door ze te registreren in het functiemenu.
Hint
- U kunt functies sneller oproepen door de customknopfunctie te gebruiken voor het toewijzen van veelvuldig gebruikte functies aan zelfgekozen knoppen, tezamen met het functiemenu. Raadpleeg de betreffende functies onder "Verwant onderwerp" onderaan deze pagina.
- Druk herhaaldelijk op de knop DISP op het besturingswiel om een andere schermweergavefunctie dan [Voor zoeker] weer te geven, en druk daarna op de Fn (Functie)-knop.
- Selecteer een gewenste functie door op de boven-/onder-/rechter-/linkerkant van het besturingswiel te drukken.
- Selecteer de gewenste instelling door de voorste keuzeknop te draaien, en druk daarna op het midden van het besturingswiel.
- Sommige functies kunnen worden fijngeregeld met behulp van de achterste keuzeknop.
Instellingen maken op de specifieke instelschermen
Selecteer de gewenste functie in stap 2, en druk daarna op het midden van het besturingswiel. Het specifieke instelscherm voor de functie wordt afgebeeld. Volg de bedieningsgids (A) om de instellingen te maken.
De functies in het functiemenu veranderen (Instell. functiemenu)
Hieronder volgt de procedure voor het veranderen van [Transportfunctie] in het functiemenu naar [Stramienlijn].
- MENU → (Camera- instellingen2) → [Instell. functiemenu].
- Selecteer (Transportfunctie) uit de twaalf functies in het functiemenu met de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel, en druk daarna op het midden van het besturingswiel.
- Ga naar het scherm [Weergave/autom. weergave] met de linker-/rechterkant van het besturingswiel. Selecteer daarna [Stramienlijn] en druk op het midden van het besturingswiel.
- (Stramienlijn) wordt afgebeeld op de eerdere plaats van (Transportfunctie) in het functiemenu.