Opnemen met Super Slow Motion

Door op te nemen met een framesnelheid die veel hoger is dan de afspeelframesnelheid, kunt u beelden zo opnemen dat ze worden afgespeeld als super slow motion-beelden. De beelden die zijn opgenomen met de Super Slow Motion-functie lijken vloeiender dan traag afspelen van beelden die zijn opgenomen aan normale snelheid (alleen XAVC S HD).

A: MENU-knop

B: S&Q-knop

C: START/STOP-knop

D:////SET-knop

Voorbereiding voor Super Slow Motion-opname

Stel het opnameformaat, de framesnelheid en de opnametijd in op de MENU-knop - (CAMERA INST.) - [SLOW & QUICK] - [SUPER SLOW MOTION].

Opnemen met Super Slow Motion

  1. Druk herhaaldelijk op de S&Q-knop om [SUPER SLOW MOTION] weer te geven.
    • De camcorder bevindt zich in de Super Slow Motion-opnamestand.
    • U kunt de camcorder instellen op de Super Slow Motion-opnamemodus door (CAMERA INST.) - [SLOW & QUICK] - [SUPER SLOW MOTION] - [UITVOEREN] te selecteren.
  2. Druk op de START/STOP-knop.
    • De Super Slow Motion-opname begint.

De opnametijd handmatig bepalen

Als [OPNAMETIJD] is ingesteld op [STARTTRIGGER], kunt u de opname op elk moment stoppen door de START/STOP-knop in te drukken.

Als u een scène heeft gemist die u wilde opnemen

Om de opname te stoppen, selecteert u [Annuleren] op het opnamescherm.
De opname stopt en de inhoud die u hebt opgenomen wordt niet opgeslagen. Dit is handig wanneer u snel opnieuw wilt beginnen op te nemen.

De framesnelheidsinstelling wijzigen

Houd de S&Q-knop ongeveer 1 seconde ingedrukt en wijzig de waarde met de ////SET-knop en druk vervolgens op de ////SET-knop om te bevestigen.

De Super Slow Motion-opname annuleren

Druk op de S&Q-knop of de MENU-knop tijdens stand-by.

Opmerking

  • De ondersteunde geheugenkaarten kunnen variëren naargelang het bestandsformaat.
  • Bij opname in Super Slow Motion-stand, gaat de camcorder mogelijk nog even door met opnemen (maximum ongeveer 3 minuten) nadat u de START/STOP-knop hebt ingedrukt om het opnemen te stoppen. Bedien uw camcorder niet terwijl de [REC]-aanduiding knippert op het LCD-scherm. Wacht tot dit verandert in [STBY].
  • Nadat u de START/STOP-knop hebt ingedrukt om de opname te stoppen, blijft de camcorder nog opnemen tot hij klaar is met het schrijven van de minimumhoeveelheid gegevens (0,5 seconden afspeeltijd).
  • Super Slow Motion-opname is alleen beschikbaar wanneer de volledig automatische stand uit staat. Merk op dat diafragma, gain, scherpstelling en sluitertijd gelinkt zijn aan de handmatige stand.
  • Wanneer [960fps] ([1000fps]) wordt geselecteerd in [FRAMERATE], verschuift het weer te geven en op te nemen beeld ongeveer 1,35 keer naar de teleopnamezijde.
  • Wanneer [480fps], [960fps] ([500fps], [1000fps]) wordt geselecteerd in [FRAMERATE], vermindert de beeldkwaliteit in vergelijking met het beeld bij normale opname.
  • Als u de gain of de sluitertijd aanpast, of de witbalans wijzigt, verandert het beeld op het LCD-scherm. De camera-instelling op het moment dat de opname stopt, wordt echter weergegeven in het opgenomen beeld.
  • Om de framesnelheidinstelling te wijzigen, moet u eerst de opname stoppen.
  • De tijdscode is opgenomen in de [REC RUN]-stand.
  • De Super Slow Motion-opnamestand wordt automatisch geannuleerd wanneer de camcorder wordt uitgeschakeld, maar de framesnelheidsinstelling wordt bewaard.
  • Flikkercorrectie is niet beschikbaar.
  • U kunt geen audio opnemen tijdens Super Slow Motion-opname.
  • Automatische scherpstellingsfunctie is niet beschikbaar.
  • U kunt een sluitertijdwaarde die trager is dan de framesnelheid niet selecteren.
  • [SUPER SLOW MOTION] wordt uitgeschakeld wanneer [BESTANDSINDELING] is ingesteld op [XAVC S 4K] of [AVCHD].
  • [SUPER SLOW MOTION] wordt uitgeschakeld wanneer de AUTO/MANUAL-schakelaar is ingesteld op AUTO.