De beeldkwaliteit opnemen die op voorhand is ingesteld (PICTURE PROFILE)

U kunt de instelling van de inkleuring of gradatie van op te nemen beelden wijzigen.

U kunt aanpassingen uitvoeren voor de tijd van de dag, de weersomstandigheden of volgens persoonlijke voorkeur. Sluit de camcorder aan op een tv of monitor en pas de beeldkwaliteit aan terwijl u het beeld bekijkt op het tv-scherm of de monitor.

Beeldkwaliteitsinstellingen voor verschillende opnameomstandigheden zijn opgeslagen in t.e.m. (beeldprofiel 1 t.e.m. 10) als standaardinstellingen. U kunt het gewenste beeldprofiel selecteren en opnemen met de instellingen van het geselecteerde beeldprofiel.

A: MENU-knop

B: PICTURE PROFILE-knop (standaard toegewezen aan de ASSIGN3-knop)

C: ////SET-knop

  1. Druk op de PICTURE PROFILE-knop tijdens stand-by.
  2. Selecteer het beeldprofielnummer met de ////SET-knop.
    • De beeldprofielen worden als volgt op voorhand ingesteld.

      UIT:

      Gebruikt het beeldprofiel niet.

      PP1:

      Voorbeeldinstellingen van een kleurtoon met [STANDAARD]-gamma

      PP2:

      Voorbeeldinstellingen met kleurtoon zoals een film van een camera met verwisselbare lens met [STILL]-gamma

      PP3:

      Voorbeeldinstellingen van natuurlijke kleurtoon met [ITU709]-gamma

      PP4:

      Voorbeeldinstellingen van een kleurtoon met [ITU709 MATRIX]-kleurstand

      PP5:

      Voorbeeldinstellingen van een kleurtoon met [CINE1]-gamma

      PP6:

      Voorbeeldinstellingen van een kleurtoon met [CINE2]-gamma

      PP7:

      Aanbevolen instelling bij opname met [S-LOG2]-gamma en [S-GAMUT]-kleurstand

      PP8:

      Aanbevolen instelling bij opname met [S-LOG3]-gamma en [S-GAMUT3.CINE]-kleurstand

      PP9:

      Aanbevolen instelling bij opname met [S-LOG3]-gamma en [S-GAMUT3]-kleurstand

      PP10:

      Voorbeeldinstellingen voor het opnemen van HDR-films met [HLG2]-gamma

  3. Selecteer [OK] met de ////SET-knop.
    • U kunt films opnemen met de geselecteerde beeldprofielinstelling.

De beeldprofielopname annuleren

Selecteer [UIT] in stap 2.

HDR-filmopname

De camcorder kan HDR-films opnemen als u HLG, HLG1, HLG2 of HLG3-gamma selecteert in PICTURE PROFILE.
Bij wijze van voorbeeld is de instelling van HDR-opname vooraf ingesteld op PP10 in PICTURE PROFILE en kunt u de film bekijken met een breder helderheidsbereik dan ooit als deze wordt afgespeeld op een tv die Hybrid Log-Gamma ondersteunt (HLG).
Daardoor is het mogelijk om beelden op te nemen met geblokkeerde schaduwen en overbelichte delen, die vroeger niet trouw konden worden gereproduceerd.
HLG is een tv-systeem met hoog dynamisch bereik zoals gedefinieerd in de aanbevelingen van de internationale norm ITU-R BT.2100.

Opmerking

  • Om beelden die zijn opgenomen met HDR op een tv te bekijken, sluit u de camcorder aan op een HDR (HLG)-compatibele tv van Sony met behulp van een USB-kabel.
    Wanneer u een tv aansluit met een HDMI-kabel, moet u de beeldkwaliteitsinstelling van de tv handmatig aanpassen om de beelden correct weer te geven. Stel de beeldkwaliteit van de tv als volgt in.
    • Gamma: instelling compatibel met HLG
    • Kleurmodus: instelling compatibel met BT.2020 of 709