KALIBRATIE

U kunt de aanraakpositie en de aangeraakte positie op het LCD-scherm zo aanpassen dat ze overeenstemmen als de knoppen op het aanraakscherm niet correct werken.

  1. MENU-knop - (OVERIGE) - [KALIBRATIE].
  2. Raak "×", weergegeven op het LCD-scherm, drie keer aan met een voorwerp met fijne punt zoals de hoek van een geheugenkaart.

Opmerking

  • Gebruik de netspanningsadapter wanneer u de kalibratie uitvoert.