Oproepen (Camera- instellingen1/Camera- instellingen2)
Hiermee kunt u een beeld opnemen nadat veelgebruikte functies of camera-instellingen zijn opgeroepen die van tevoren werden geregistreerd met [/ Geheugen].
-
Zet de functiekeuzeknop in de stand MR (Geheug.nr. oproep.).
-
Druk op de linker-/rechterkant van het besturingswiel of draai het besturingswiel om het gewenste nummer te selecteren, en druk daarna op het midden van het besturingswiel.
- U kunt ook geregistreerde functies of instellingen oproepen door MENU → (Camera- instellingen1) → [/ Oproepen] te selecteren.
Hint
- Om instellingen op te roepen die zijn opgeslagen op de geheugenkaart, zet u de functiekeuzeknop op MR (Geheug.nr. oproep.), en selecteert u daarna het gewenste nummer door op de linker-/rechterkant van het besturingswiel te drukken.
- Instellingen die zijn geregistreerd op een geheugenkaart met een andere camera met hetzelfde modelnummer, kunnen worden opgeroepen met deze camera.
Opmerking
- Als u [/ Oproepen] instelt na het voltooien van de opname-instellingen, krijgen de geregistreerde instellingen voorrang en kunnen de oorspronkelijke instellingen ongeldig worden. Controleer de indicators op het scherm voordat u opneemt.