H. scherpst.
Als het moeilijk is goed scherp te stellen in de automatische scherpstellingsfunctie, kunt u handmatig scherpstellen.
- Draai de scherpstellingsfunctieknop (A) en selecteer MF.
- Draai de voorste lensring om goed scherp te stellen.
- Wanneer u de voorste lensring draait, wordt de scherpstellingsafstand afgebeeld op het scherm.
- Druk de ontspanknop helemaal in om een beeld op te nemen.
Hint
- U kunt de scherpstellingsfunctie toewijzen aan de achterste lensring door MENU → (Camera- instellingen2) → [Lensring instellen] te selecteren.
Opmerking
- Wanneer u de zoeker gebruikt, stelt u het diopterniveau af om een goede scherpstelling van de zoeker te verkrijgen.
- Als u [Scherpstelfunctie] opnieuw selecteert, wordt een eventuele scherpstellingsafstand die u handmatig hebt ingesteld, geannuleerd.